Op de gewijde grond van de Trinitatiskapel in Dordrecht speelde het eerste team op 19 maart tegen het tweede achttal van Erasmus. Bij winst zou het eerste zich een ronde voor het einde van de competitie verzekeren van handhaving in de eerste klasse van de RSB.
Dat bleek evenwel geen gemakkelijke opgave. De Erasmianen gaven uitstekend partij en het scheelde maar een haar of er was van ze verloren. Na harde strijd werd er echter een zwaarbevochten gelijkspel uit het vuur gesleept.
Erasmus had achteraf gezien hun gebruikelijke opstelling gewijzigd en wellicht kwam het daardoor dat de eerste twee partijen die tot een einde kwamen het team van Erasmus twee vlotte zeges opleverden.
De speler van Erasmus met de hoogste rating, Paul Wilhelm, was aan het achtste bord gezet en speelde met zwart tegen Pieter Sandijck. De Erasmiaan was duidelijk beter thuis in de finesses van het Wolga-gambiet, veroverde snel een stuk en liet Pieter achter met een geruïneerde stelling. (0-1)
Naomi Snikkers had met zwart aan bord vijf haar avond niet. Ze overzag dat een paardzet niet alleen een ongedekte loper op g7 aanviel, maar dat het spelen van dat paard teven de baan vrijmaakte voor een loperaanval op de zwarte dame. Haar tegenstander, Arno van Houten, verrijkte de vocabulaire van het schaken met een nieuwe term: aftrekpaardvork. Naomi kon kiezen tussen dameverlies, stukverlies of opgeven. Die keus was niet zo moeilijk. (0-2)
Het bleef lang bij deze achterstand en zelfs liep het eerste team in eerste instantie niet in op de tegenstander, want op bord vier kwam Edwin van Dongen met wit niet verder dan een gelijkspel tegen Ruurd Ouwehand die een gedegen partij speelde. (½-2½)
Gelukkig stelden vervolgens Freek Schouten, tegen Jeroen Landsheer, en Arjon Severijnen, tegen Peter Aarnoudse, orde op zaken. Zij bleken veel te sterk voor hun tegenstanders en trokken met hun zeges de stand weer gelijk. (2½-2½)
Hans Nunnikhoven speelde met zwart aan het zevende bord tegen Davin Mostert. Davin leek slecht uit de opening te zijn gekomen, maar stug verdedigen leverde hem toch ook een half punt op. (3-3)
Johan Went speelde met de witte stukken aan het zesde bord wat te passief, waardoor tegenstander Wim Posthumus de wind in de zeilen kreeg. Johan verloor de kwaliteit en kwam een half uur in bedenktijd achter te staan. Toen de bedenktijd geslonken was tot minder dan twee minuten zette de Erasmus-speler een aardige slotcombinatie op het bord die tot torenverlies voor Johan zou leiden. Johan wachtte dat niet af en gaf op. (3-4)
Als laatste was Remco van Vaalen aan het eerste bord nog aan het spelen en het was hem ook wel duidelijk, dat er gewonnen moest worden van tegenstander Cander Flanders. Ergens in het complexe middenspel had Cander waarschijnlijk een betere voortzetting gemist, want zoals het nu liep kwam hij er daarna niet meer aan te pas. Remco schoof zich bekwaam naar de broodnodige overwinning. (4-4)
Met de kennis van later: Door dit resultaat was het eerste team nog niet helemaal veilig, omdat er drie teams bleken te degraderen uit de eerste klasse. Hoe een en ander is afgelopen weet u inmiddels. Het eerste team zou zich op 12 april uit bij CSV 1, ondanks het noodgedwongen opstellen van vijf invallers, door het behalen van drie bordpunten veilig spelen.
Klik hier voor de volledige uitslagen van deze wedstrijd.
De ranglijst en een overzicht van alle uitslagen vind je nadat de competitieleider van de RSB deze heeft bijgewerkt via "Extern" ⇒ "DWD-1 Klasse 1B".