Ronde 8: “Shakespeare en c2-c4”


Het gaat hier om de bekende zin van Shakespeare: 'To be or not to be'

RONDEVERSLAG | Doordat vier leden met het viertal tegen schaakclub Pascal in Papendrecht moesten spelen waren er in de achtste ronde wat minder partijen in de interne competitie. We moesten het met vijf partijen doen.

Negen spelers en Connie Komen completeerden de avond. Zelf speelde ik in het viertal, vandaar deze keer maar eens een kort verslag zonder inleidend verhaal, zo had ik mij voorgenomen. Maar ik bedacht terwijl ik dat opschreef dat er vast nog wel een paar anekdotes hier ergens op de plank moesten liggen. Na het lezen van de opmerkingen bij een partij van iemand die met wit altijd Engels speelt, maar dat om de een of andere duistere reden deze keer niet deed, besloot ik een paar grappige verhaaltjes met een Engelse touch te plaatsen.

Een jaloersmakende eigenschap van bepaalde schakers is de indruk die ze maken op hun tegenstanders nog voor er een zet gedaan is: Een Engelse schaker met de prachtige naam Conel Hugh O’Donel Alexander, die ooit nog meer naam maakte met een fraaie overwinning op de befaamde David Bronstein, heeft eens over Michail Botwinnik (wereldkampioen 1948-'57, 1958-'59 en 1961-'63) gezegd: "Als je tegen Botwinnik speelt dan is het zelfs al alarmerend als je ziet hoe hij zijn zetten noteert. Omdat hij enigszins bijziend is buigt hij zich over zijn notatieformulier en wijdt zich dan totaal aan het keurig en precies opschrijven van zijn zet. Zelfs een explosie zou hem op dat moment niet van de wijs kunnen brengen en met een microscoop zou je nog niet het allerkleinste schoonheidsfoutje ontdekken. Toen hij in onze partij zijn eerste zet 1. c2-c4 noteerde, kreeg ik meteen het onbehaaglijke gevoel dat ik de partij op kon geven".

Spelen met de klanken van Engelse woorden leidde tot het volgende: Tijdens het wereldkampioenschap schaken in 1993 gaf de Engelse grootmeester Nigel Short op de vraag wat hem inviel bij het horen van de naam van de beroemde schrijver William Shakespeare het volgende antwoord: "b2 or not b2!" Hierbij hoort misschien enige uitleg. Qua uitspraak, 'Be two or not be two', gaat het hier natuurlijk om het omgekeerde van de bekende zin van Shakespeare: 'To be or not to be' (Hamlet, Act III, Scene I), maar b2 is een veld op het schaakbord. In verschillende openingsvarianten is het de vraag (that's the question) of zwart met zijn dame nu wel of niet de pion op b2 kan slaan.

Over voorspelbaarheid gesproken: De Engelse grootmeester, schaakscheidsrechter en auteur van schaakboeken Harry Golombek (1911-1995) heeft eens over de Hongaarse grootmeester Gedeon Barcza (1911-1986) gezegd: "Barcza is een bijzonder veelzijdige speler in de opening. Soms speelt hij g2-g3 op de eerste zet, soms op de tweede zet, soms op de derde en ook speelt hij g2-g3 wel eens pas op de vierde zet."

Max Euwe en Mikhail Botwinnik (r)

 

Opstoot na opstoot

 
Wel, ik dacht iemand bij onze sociëteit te kennen die altijd op de eerste zet c2-c4 speelt. Maar als ik het commentaar van Wim Jongeneel op zijn partij met zwart tegen Cor Paans lees, dan kwam daar verandering in: "Ik kreeg een verrassende opening tegen me: 1.Pb1-c3, maar Cor gaf later aan dat het c2-c4 had moeten zijn."  De Van Geet-opening ging over in de zogenaamde Richter-Veresov-aanval, 1.Pc3 d5 2.d4. Het in de opening spelen van tweemaal hetzelfde stuk was ook hier niet goed. Cor speelde 5.Le2 en 6.Lf3 en dat betekende toch vooral tijdverlies en een niet optimale ontwikkeling. Wim kwam onmiddellijk met de opstoot in het centrum: 6...e5 en was daarna in het voordeel. Na ruil op e5 kwam Cor ook met een opstoot in het centrum: 8.e4, maar dat bleek geen goede zet en meteen ook de beslissende fout. Wim: "De volgende zet was eigenlijk beslissend 8.e4, hier had Cor meer van verwacht." Wim sloeg die pion op e4. De d-lijn kwam open. Cor ruilde de dames en nam een paard. Dat was eigenlijk het einde, want Wim pakte een loper en kwam na nog een misgreep na de combinatie een stuk voor te staan. Toen daar nog een pion bij kwam hield Cor het voor gezien. Volgende keer 1. c2-c4 maar weer? (Cor Paans - Wim Jongeneel 0−1)

Wim Jongeneel 10-10-2023

 

Topper Connie

 
Na de vorige ronde bezette 'onze virtuele invalster in geval van een oneven aantal spelers', Connie Komen, de negende plaats. Met drie overwinningen, twee remises en slechts één verliespartij doe je echt wel mee en kun je dus toppers tegenkomen. Mede door het ontbreken van de spelers van het viertal was het deze keer Pearl die Connies tegenstander werd. Ik kan helaas niet vermelden hoe de partij verliep. Daarover ontving ik al even helaas geen informatie. Dan dus de uitslag maar. Pearl won. (Pearl Uyttenhove - Connie Komen 1−0).

Dromen van Connie Komen

 

Engelse Caro-Kann

 
En als je het nu net over zet 1.c2-c4 hebt, dat hij nu eens een keertje niet gespeeld werd, dan zul je altijd zien dat er weer een eigenwijs bij zit die de vermaledijde zet toch speelt. Ik zal geen namen noemen, maar het gebeurde in de partij tussen Dick Korteland en John van Waardenberg. 1.c2-c4. Engels. John maakte er met 1...c6 nog wel de Caro-Kann-verdediging van het Engels van, maar het kwaad was reeds geschied. Allemaal flauwekul natuurlijk.  In werkelijkheid was het een interessante korte partij, waarin John waarschijnlijk het paardoffer 14.Pxh7 niet had zien aankomen. Het offer werd terecht geweigerd, maar wat John speelde, 14...f5, hielp ook niet echt. Dick raakte echter ook uit het juiste spoor en nadat er een flinke afruil inclusief de dames had  plaatsgevonden bezaten beiden een loperpaar en een toren. Dick had een pion meer (zes) dan John (vijf), maar zijn andere pionnen waren voor het merendeel eenlingen en dus zwak. De heren schikten zich in een puntendeling. (Dick Korteland - John van Waardenberg ½−½)

John van Waardenberg en Dick Korteland (r) 12-12-2017

 

V&D (vreselijk en desastreus)

 
De overwinning met zwart van Rob Truijens op Jisk Liemburg was de grote verrassing van de achtste ronde. In de Philidorverdediging bezorgde Jisk zijn tegenstrever al snel een dubbelpion, maar na de eerste tien zetten was de stand volkomen gelijk. Na zestien zetten waren de stellingen overigens nog steeds volkomen in evenwicht. Met 17.b3, met de bedoeling de loper van c1 te fianchetteren, greep Jisk echter helemaal mis. Rob dreigde mat op g2, Jisk voorkwam dat, maar even later viel de witte dame ten prooi aan een paardvork. Een vlaagje schaakblindheid. Jisk reageerde achteraf: "Vreselijk. Met de zwarte stukken heeft Rob Truijens een slachting aangericht. Op de 17de zet sloeg zwart direct toe na de desastreuze witte pionzet b2-b3. Op de 19de zet ging wits dame verloren." (Jisk Liemburg - Rob Truijens 0−1)

Jisk Liemburg en Rob Truijens (r)

 

Een taaie pot

 
Michel Verheij kwam met wit tegenover Jan Siebelink te zitten en vond de partij na afloop "Een taaie pot met uiteindelijk remise". Wat daaraan vooraf ging was een Franse partij, waarin Michel voor een voorzichtige opstelling koos. Het doorschuiven van de witte pion naar e5 om het paard van f6 te verdrijven bracht eerder zwart in het voordeel. Het verdedigen van die pion zou weleens lastig kunnen worden. De aanval van Jan ontrolde zich echter eerst op de damevleugel. Michel werd flink teruggedrongen. De pion op e5 leek inderdaad even in problemen te komen, maar Jan ruilde te vroeg een paard voor een loper. Hoewel de slotstelling wat beter was voor Jan werd tot remise besloten. (Michel Verheij - Jan Siebelink ½−½)

Jan Siebelink 28-02-2023


De nieuwe ranglijst en een overzicht van de uitslagen vind je via "Intern" ⇒ "Ranglijst".

Reacties zijn altijd welkom. Plaats ze helemaal onderaan bij "Een reactie plaatsen". Je e-mailadres wordt niet zichtbaar bij de publicatie.

© Wim Platje 17-11-2023 20:09

Sponsor van deze ronde:

Johan Went - Oud-speler van De Willige Dame


Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *