
Moritz Rosenthal
RONDEVERSLAG | Wie uit hetgeen beschreven is in de anekdote over het dreigen met aansteken van een sigaar de indruk heeft gekregen, dat het hier om een op zichzelf staand incident ging tijdens het toernooi te New York uit 1927 moet die impressie wellicht toch enigszins bijstellen.
Grootmeesters zijn net mensen en voorafgaand aan het toernooi waren het de nukken van sommige "grand-maîtres", die het organisatiecomité nogal wat hoofdbrekens bezorgden.Na het succes van het toernooi te New York in 1924 dat zij organiseerden besloten Norbert Lederer en zijn 'associates' een match-toernooi te organiseren met zes of zeven grootmeesters, waarbij iedere speler de andere deelnemers vier keer zou ontmoeten. Geza Maroczy werd gevraagd als toernooidirecteur op te treden en uitnodigingen werden verzonden aan Jose Raul Capablanca, Emanuel Lasker, Frank James Marshall, Alexander Aljechin, Efim Bogoljubov, Aäron Nimzowitsch en Milan Vidmar. Capablanca was de enige speler, die een startvergoeding zou ontvangen.
Echter, vanwege een incident met Capablanca in een van zijn partijen in het evenement van 1924 was Lasker betrokken in een bitter en publiekelijk uitgevochten dispuut met Capablanca en enkele leden van het organiserende comité. Hij reageerde niet op de uitnodiging en zijn plaats werd aangeboden aan Rudolf Spielmann, die de uitnodiging onmiddellijk accepteerde.
Bogoljubov schreef het comité een brief, waarin hij een startgeld van $1500 eiste. Bovendien wenste hij, dat het toernooi zou worden vervangen door een wereldkampioenschapsmatch tussen hemzelf en Capablanca. Zijn voorwaarden waren gesteld in de vorm van een ultimatum, dat door het organiserend comité vanzelfsprekend niet kon worden geaccepteerd. Het comité besloot vervolgens, dat de plaats van Bogoljubov niet aan iemand anders ter beschikking zou worden gesteld, waarmee het beoogd aantal spelers derhalve met één gereduceerd werd.
In een aantal verklaringen werd gesteld, dat het toernooi gezien zou moeten worden als een kwalificatietoernooi, waaruit de uitdager van de wereldkampioen zou voortkomen. Toen Aljechin hiervan hoorde , was hij furieus, omdat hij en Capablanca reeds de voorwaarden hadden vastgelegd voor hun aanstaande wereldkampioenschapsmatch voor september van dat jaar. Aljechin, zo stelde hij, zou weigeren aan het toernooi deel te nemen tenzij men hem de verzekering zou geven, dat zijn deelname aan het toernooi de voorwaarden die eerder waren overeengekomen niet op losse schroeven zou zetten. Het comité telegrafeerde die verzekering netjes en met instemming van Capablanca naar Aljechin, die vervolgens zijn acceptatie van de uitnodiging bevestigde.
Het is in deze broeierige en van zinderende spanning tintelende sfeer, dat het toernooi zich dag na dag voltrok. Tijdens het toernooi ontving Milan Vidmar een uitnodiging voor een gezellig avondje. Blij even verlost te zijn van de enorme pressie, die het spelen van een zo zwaar toernooi op hem legde nam Vidmar die uitnodiging graag aan. Op de soirée werd hij voorgesteld aan de in die dagen beroemde Poolse pianist Moritz Rosenthal. Rosenthal was een briljante leerling van Franz Liszt en vriend en collega van enige van de grootste musici van zijn tijd, waaronder Johannes Brahms, Johann Strauβ, Anton Rubinstein, Hans von Bülow, Camille Saint-Saëns, Jules Massenet en Isaac Albéniz.
De Poolse pianist speelde voor de Sloveen Vidmar de "Schatzwalzer" uit "Der Zigeunerbaron", een operette van Johan Strauβ jr. Vidmar was na afloop diep geroerd en bedankte Rosenthal omstandig voor zijn prachtige pianospel. Rosenthal, die zelf ook schaakte en er zich zeer voor interesseerde keek hem ernstig aan en sprak: "U speelt morgen tegen Nimzowitsch. Ik zal erbij zijn. Morgen speelt u voor mij!".
De volgende dag werd de historische "Rosenthal-partij" gespeeld. Er wordt beweerd, dat het incident met de sigaar tijdens deze partij plaats vond. In ieder geval: Vidmar won van Nimzowitsch en stevende na afloop trots op Rosenthal af, die hem bij de ingang van de speelzaal opwachtte. Vidmar maakte een kleine buiging en zei tegen Rosenthal: "Zijt gij tevreden meester?". Rosenthal antwoordde op zijn beurt met een zweem van een glimlach vanonder zijn imposante snor: "O, stellig goede vriend... nu staan wij quitte".
Na afloop van de partij om de leiding in de prille najaarscompetitie stond het tussen de spelers ook quitte, al heet dat bij schaken anders.
Jisk Liemburg over zijn partij met zwart tegen John van Waardenberg: "Om de opening te karakteriseren kom ik niet verder dan "Damepion opening". En na zes zetten liet Stockfish achteraf zien, dat ik er een zooitje van had gemaakt. John van Waardenberg speelde met wit en stond toen al op plus 2. Dat heb je wel eens tijdens een schaakpartij, het voelde niet goed. Vrijwel geen enkele zwarte zet vind je terug in de voorstellen die het analysetool doet. Maar ook John's zetten hadden daar onder te lijden. Na 16 moves waren de dames van het bord af en liet Stockfish zelfs -0,6 zien. "Nog even doorspelen" was John's reactie op mijn remiseaanbod van dat moment. Dat doorspelen duurde nog zes zetten." (John van Waardenberg - Jisk Liemburg ½−½)
Met een onorthodoxe Philidor, 3...De7 is vrij ongebruikelijk, probeerde Ton van der Breggen Han van Gorkom te verrassen. Eerlijk gezegd denk ik dat je daarvoor vroeger moet opstaan. Dat geeft je dan wel weer tijd genoeg om een taart te bakken, maar dat terzijde. Het werkte enigszins averechts, want Ton verloor in de opening een stuk doordat hij zelf een pionvork mogelijk maakte. Een gebaksvork is heel wat vrolijker van aard. In het middenspel vielen nog een kwaliteit en een pion bij Han in de smaak en toen Ton dacht Han op een koekje van eigen deeg te trakteren met een pionvork ging het helemaal mis. Het 'gevorkte' paard werd door Han gebruikt om schaak te geven en tegelijk de dame aan te vallen. Toen was het wel voor de bakker en toch niet voor Ton. (Han van Gorkom - Ton van der Breggen 1−0)
De partij tussen Jan Siebelink en Dick Korteland was er een van langdurig positioneel spel na een Nimzo-Indische opening. Jan kreeg kortstondig de iets betere stelling, maar rond de 30e zet vergde hij wat teveel van zijn stelling. Het ruilen van de dames was beter geweest, maar Jan prefereerde het om aan te vallen. De witte dame werd aangevallen en ze had tijdelijk slechts a2 als uitwijkmogelijkheid. Dick nam met een toren bezit van de tweede rij, waarbij zich even later de dame voegde. Er waren betere verdedigende mogelijkheden dan die waar Jan voor koos. Dick nam de tijd en vond de winstweg. De tegenaanval kwam te laat en mat bleek niet meer te volkomen. (Jan Siebelink - Dick Korteland 0−1)
Pearl Uyttenhove beantwoordde de keuze voor het Spaans van Fons Claessen met de Fianchettoverdediging en kwam wat actiever te staan na de opening. Fons verloor nogal wat tijd door gedwongen zetten met zijn opgejaagde dameloper, terwijl Pearl zijn stelling versterkte en tot de koningsaanval kon overgaan. In de schermutselingen die volgden binnen de witte veste, verloor Fons twee pionnen en zonder die twee was het ontstaan van een doorgebroken vrijpion een kwestie van tijd. (Fons Claessen - Pearl Uyttenhove 0−1)
De keuze voor de lange rokade door witspeler Michel Verheij in zijn Vierpaardenspel tegen Piet Schuller was niet de beste beslissing. Een aanval op f2 verleidde Michel ertoe om die pion met de dame te dekken, maar de dame had ook een andere taak, namelijk het dekken van een loper. Piet aarzelde niet en kwam zo al snel in de partij een stuk voor. Een sterke voorpost in de witte stelling, een paard op e3 verlamde de witte troepen en een snelle aanval op de damevleugel maakte er vervolgens een einde aan. (Michel Verheij - Piet Schuller 0−1)
Cor Paans kwam tegen Connie Komen al snel in de partij een gratis paard voor. Ik meen dat er in het vervolg ook nog een kwaliteit aan moest geloven. Kortom: Connie had beter niet kunnen komen, maar ze is nu eenmaal de oplossing bij een oneven aantal liefhebbers. (Cor Paans - Connie Komen 1−0)
Henk Meinderts kwam voor het eerst eens kijken of schaken bij De Willige Dame iets voor hem zou kunnen zijn na zijn pensionering. De wedstrijdleider deelde hem meteen in en al snel bleek dat Henk nog altijd een sterke speler is. De eerlijkheid gebiedt enzovoorts... dat Wim Platje een wel heel offe offday scheen te hebben. In het Koningsindisch verspeelde hij eerst een centrumpion en even later verrekende hij zich zodanig dat het een vol stuk kostte. Henk maakte het vervolgens keurig af. Net als Connie had Wim beter thuis kunnen blijven vanavond. (Henk Meinderts - Wim Platje 1−0)
In een niet compleet uitgevoerde Ponziani offerde Koos van Dalen zijn koningspaard heel optimistisch op f7 en kwam zo na zeven zetten zo goed als verloren te staan. In het vervolg pikte Rob Truijens nog een pionnetje mee en leek onbedreigd het punt te gaan incasseren. Aan het pionnetje op b2 had hij beter niet kunnen komen, want door een grote ontwikkelingsachterstand bij zwart kon Koos de situatie in de partij volkomen omkeren. Er volgdenachtereenvolgens een remisestand, een gewonnen stelling voor Rob en tenslotte weer een gewonnen stand voor Koos. Een promoverende pion zorgde voor het punt. (Koos van Dalen - Rob Truijens 1−0)
De nieuwe ranglijst en een overzicht van de uitslagen vind je via "Intern" ⇒ "Ranglijst".
Reacties zijn altijd welkom. Plaats ze helemaal onderaan bij "Een reactie plaatsen". Je e-mailadres wordt niet zichtbaar bij de publicatie.