Nieuwe aanwinsten 9 06.05.12 Olympiad United! Dresden 2008
+ partij 27.04.12 Noordwijk 1965 Noteboom
Gedenktoernooi + partij Botwinnik-Larsen 15.04.12 The Fifth American Chess
Congress New York 1880 + partij 07.04.12 Colle’s Chess Master Pieces
door Fred Reinfeld + 2 partijen Colle 29.03.12 Vienna 1922 Toernooiboek door
Larry Evans + 2 stellingen meer
(schaak)nieuws op www.tomsschaakboeken.nl |
||
|
||
29.03.12 Het is lang geleden
dat ik aandacht besteedde aan nieuwe aan-winsten. De laatste keer moet nog in
2010 geweest zijn. Het jaar 2011 heeft minder opgebracht dan gebruikelijk
maar de kwaliteit bleef prima. In Nieuwe
Aanwinsten 9 breng ik vijf bijzondere exemplaren voor het voetlicht. Door Larry Evans; om het toernooi, maar niet
minder om de schrijver. Partijfragmenten
Aljechin-Tartakower en Rubinstein-Aljechin 2. Colle’s
Chess Master Pieces Over België’s – jong gestorven - eerste grote
schaker. Twee Colle partijen: Edgar Colle – Sir G.A. Thomas,
Karlsbad 1929 Edgar Colle – Ernst Grünfeld,
Berlijn 1926 3. The
Fifth American Chess Congress New York 1880 Uit de prachtige Olms herdrukken dit 537 pagina’s
tellende eresaluut aan een schitterend toernooi dat gewonnen werd door Capt. G.H. Mackenzie na barrage met J. Grundy. Partij: George H. Mackenzie – James G.
Grundy 4. 25e
Daniel Noteboom Toernooi 1965 Noordwijk Een kleinood zowel naar inhoud als naar vorm. De
winnaar was Botwinnik. Partij: Michael Botwinnik – Bent
Larsen 5. Olympiad
United! Dresden 2008 Wanneer het vorige een kleinood was, dan is dit
is een ‘grootood.’ Een spectaculair
boek zowel wat omvang betreft als naar de inhoud. Zeer ver-rassend en
afwijkend van alles wat tot dan aan boeken over een olympiade is verschenen. Met een intermezzo over tijdcontrole. Partij: Natalia Zhukova – Ewita
Rajlich |
||
1. Vienna 1922 Toernooiboek door Larry Evans
Voor- en
achterzijde. De aanhef op de achterzijde luidt: The first -
and sadly the last – book of Larry Evans. Larry Evans
overleed in 2010 op 78-jarige leeftijd. Een fenomeen in het Amerikaanse
schaak. Hij was 14 jaar toen hij de 4e en 5e plaats
deelde in het kampioenschap van de Manhatten Chess Club. Met de Marshall
Chess Club was dat in de USA dé place to be voor schaaktoppers. De schrijver Zelf heb ik hem aan het werk gezien in het
Interzonaal toernooi in Amsterdam in 1964. Hij verloor die dag van Darga.
Maar erg op hem gelet heb ik niet. Er waren meer toppers zoals Spassky, Tal,
Bronstein, Larsen enz. waar mijn belangstelling op dat moment meer naar
uitging. Evans won vijf keer al dan niet gedeeld het
Amerikaanse Kampioenschap en ook een paar keer het Open Kampioenschap van de
USA. Wie op internet googled vindt veel details over
zijn bijzondere schaak-activiteiten. Zo was hij stut en steun voor Fischer
bij het schrijven van diens “My Sixty Memorable Games”; hij schreef o.a. alle
inleidingen bij de partijen. Maar nu het toernooi en het boek daarover. Ook al
zo’n bijzondere geschiedenis. Larry Evans schreef de tekst al in 1948 toen
hij 16 jaar oud was. Hij gaf het gestencild uit in een oplage van 300. In
2010 vroeg uitgever Russell Enterprises hem het opnieuw, maar nu als boek te
mogen uitgeven. Evans ging akkoord, maakte er diagrammen bij en herschreef de
zetten in de thans gebruikelijke, algebraïsche, notatie. De drukker ging aan
het werk. Evans heeft de publicatie niet meer kunnen meemaken; nog voor het
naar de drukker ging overleed hij. Maar het boek is uitgekomen en is een feest voor
de schaakliefhebber. Het toernooi Wenen 1922. In de schaakrevival na 1918 werden
veel toernooien georganiseerd. In 1922 waren er toernooien in Pistyan,
Londen, Hastings, Wenen en niet te vergeten Teplitz-Schönau. De deelnemerslijst telde grote namen die in de eindstand
in deze volgorde stonden: Rubinstein, Tartakower, Wolf, Tarrasch, Maróczy,
Aljechin, Grünfeld, Réti, Bogoljubow en nog zes anderen. Natuurlijk zijn hier mooie partijen gespeeld en
enkele zijn beroemd geworden. Aljechin heeft in “Mijn beste partijen” o.a. de
duels met Réti en Tartakower uitvoerig besproken. Evans gaat n.a.v. de partij Bogoljubow – Imre
König uitvoerig in op het eindspel D + paardpion tegen Dame. In dat toernooi
kwamen twee partijen voor die in dat eindspel uitmondden en beide eindigden
met remise. Eerst in de partij Botwinnik – Minev, Amsterdam 1954, wist de
witspeler zijn voordeel naar winst te voeren. Zelf ben ik er ooit in geslaagd
om zo’n eindspel te winnen: in drie zittingen en na 96 zetten lukte het me
tegen de vroegere penningmeester van Sc Dordrecht de heer Herbschleb. Volgens Evans hangt de kans op succes maar net af
van de plaats van de koning zonder pion. Een ander eindspel is eveneens tot de
theorieboeken doorgedrongen: Aljechin – Tartakower. Al zo’n veertig jaar geleden
heb ik die stelling ook onderzocht en ik vond het toen knap lastig om tot
conclusies te komen. Zie diagram 1 In het tweede diagram is een fragment te zien uit
de partij Rubinstein – Aljechin.
VIENNA 1922 Larry Evans Russell Enterprises, Inc.
Milford , CT USA, 2011 |
||
2. Colle’s Chess Master
Pieces Colle, van het Colle-systeem. Ja daar hebben we wel van gehoord. Maar
wie was hij? Bij het grote schaakpubliek onbekend, slechts enkele ouderen
zullen hem nog kennen. En dat is ook niet zo gek want hij is maar heel kort
in de schaakscene actief geweest; hij is slechts 34
jaar geworden (18 mei 1897
- 19 april 1932). In het eerder door mij besproken “Van korte naar
lange Rochade
(van 19 0-0 naar 2 0-0-0) Kroniek
van een Gentse Schaakclub, is hoofdstuk 4 geheel gewijd aan Gentenaar Schaakmeester Edgar
Colle. Heel zijn korte leven had hij te kampen met een maagkwaal
waaraan hij enkele malen is geopereerd maar waaraan hij niettemin jong is
overleden. Hij was een pittig aanvalsspeler die in de jaren
’20 en ’30 van de vorige eeuw een serieuze rol speelde in de internationale toernooien.
In zijn eerste optredens was hij op dreef in de toernooien in Hastings en Scheveningen. Hij won o.a. het toernooi in
Merano (1926) voor o.a. Spielmann, Grünfeld en Tartakower. In het grote toernooi in Karlsbad
(22 deelnemers) in 1929 deelde hij de 12de plaats met o.a. Maroczy en Tartakower. Hij won
ook in Scarborough 1930 voor Maroczy
en Rubinstein. Colle’s naam is verbonden aan “zijn” openingssysteem
gekenmerkt door de zetten 1.d4 2.e3 3.Nf3 4.Bd3 5.0-0 6.Re1 7.c3 8.Nbd2 9.e4. Het boekje is een herdruk (1964) van het
origineel uit 1936 en uitgebracht in de zeer uitgebreide en dankbaar
stemmende schaakserie van DOVER, New York. De winkel waar ik dit kocht had
het niet in de winkel liggen, wel enkele andere. Ik informeerde of hij nog
meer schaakboeken in huis had. Die had hij inderdaad maar dan moest ik wel
mee naar zijn magazijn. Daar trof ik, na een gedegen speurtocht, dit
bescheiden boekje aan; bescheiden en enigszins beduimeld, maar met een fraaie
collectie schaakpartijen waarin menig wereldtopper uit zijn tijd het
slachtoffer wordt van Colle’s combinatietalent. Hieronder een partij van Colle
tegen Sir G.A. Thomas. Deze spelers hebben volgens de Chessbase
tien keer in verschillende toernooien tegen elkaar gespeeld. Merkwaardig is
dat Colle hierbij maar liefst acht keer wit had. De
onderlinge score is, wellicht mede een beetje door deze kleurverdeling, 8-2
in het voordeel van Colle geworden. In het boekje
van Reinfeld zijn vijf van die partijen opgenomen. Ik koos voor die uit het
toernooi te Karlsbad, 1929. De analyses zijn van
Fred Reinfeld in Chess
Masterpieces en van Brinckmann in het Toernooiboek.
Als toegift zijn, zoals men zegt, ‘beste partij’,
tegen Grünfeld in het toernooi te Berlijn in 1926. Twee Colle partijen: Edgar Colle – Sir G.A. Thomas, Karlsbad 1929 Edgar Colle – Ernst Grünfeld, Berlijn 1926 COLLE’S CHESS
MASTERPIECES Fred Reinfeld DOVER Publications, New
York, 1984 Reprint van origineel uit
1936 |
||
3. The Fifth
American Chess Congress New York 1880
Het Eerste Congress is
met het 6de wel het bekendste uit de reeks. New York 1857 is het
eerste en enige toernooi waarin Paul Morphy heeft
meegespeeld. Van dit eerste toernooi is ook een schitterend boek uitgegeven
dat een herdruk beleefde bij Olms. Daarover
wellicht later. Een andere herdruk van Olms bevat
de verslagen van het 2de , 3e en 4de Congress . Het 6de Congress
in New York 1889 was een rijk en schitterend toernooi waaraan veel
wereldtoppers hebben meegedaan. De strijd liep daar uit op een barrage van 4
partijen tussen Tschigorin en Isidor
Weiss. Alle vier partijen eindigden in remise en de
1ste en 2de prijzen werden gedeeld. Maar nu het
boek over het 5de Congress. Om een indruk te geven van wat zo’n boek vertelt
volgt hier eerst in het kort een opgave van de inhoud. Pag.
1 De geschiedenis van de eerste
vier “Congressen” met biografieën van de deelnemers aan het 1ste. Pag. 110
Beschrijvingen van de voorbereidingen, de reglementen enz., en niet te
vergeten, het Congress Dinner.
Schaken met een lege maag was er in die tijden niet bij. Pag. 195
De partijen met analyses uit het Hoofdtoernooi. Pag. 389
Een selectie van partijen uit de “Minor Tournaments.”
Pag. 406
Het probleem toernooi met 128 inzendingen. Verderop in het boek de
oplossingen. Pag. 491
De namen van de intekenaren en het financieel verslag. Erg officieel allemaal, maar wel boeiend om zo
een kijkje te krijgen in de mores van de toernooien uit die tijd. Centraal
staan en dat is in latere toernooiboeken niet anders, de gespeelde partijen. Deelnemers en
uitslag Het hoofdtoernooi telde tien deelnemers die
elkaar ieder twee keer ontmoetten. De bekendste deelnemers waren Capt.
G.H. Mackenzie, die ook aan Europese toernooien
heeft meegedaan – zie bijv. de Dreihundert Schachpartien -, Mr. A.G. Sellman,
Max Judd, E. Delmar enz. De winnaar, na barrage met Grundy,
was Georg Henry Mackenzie
(1837 - 1891). Hij werd slechts 54 jaar maar had een bepaald niet rustig
leven. Hij werd geboren in Aberdeen en trok naar Frankrijk en Duitsland om
zaken te doen. Onderwijl verdiepte hij zich in het schaakspel. Hij ging het
leger in, was gestationeerd in Ierland en korte tijd in India. In 1863 trok
hij naar de USA, ging daar ook het leger in, vocht in verschillende
veldslagen en werd gearresteerd wegens desertie en nog wat. Na het uitzitten
van zijn straf in 1865, vestigde hij zich in New York. De rest van zijn leven wijdde hij aan schaken. Na
veel toernooi- en match-overwinningen werd hij de beste schaker van de USA.
Hij ging een paar keer naar Europa om daar, niet zonder succes, aan
toptoernooien mee te doen: Parijs 1878 (gedeeld 4-5), Wenen 1882 (eveneens
gedeeld 4-5), het monstertoernooi Londen 1883 (gedeeld 5-7), Hamburg 1885,
Manchester 1890 (zijn laatste toernooi, 3-4, na Tarrasch
en Blackburne) enz. *) Zijn grootste succes was het winnen van het 5de
Kongress van de Duitse Schaakbond in Frankfurt
1887. Hij won het toernooi met 1½ punt voorsprong op Blackburne
en Weiss. Andere deelnemers waren daar von Bardeleben, Berger, Tarrasch, Englisch, Louis Paulsen en nog een hele rij bekende spelers zoals Zukertort en Gunsberg. Partij en
probleem Zoals gebruikelijk volgt hier een partij, van de
winnaars, en deze keer een probleem uit The
Problem Tourney dat
ter gelegenheid van het Congress werd uitgeschreven.
De boeiende onderlinge partij van de beide
winnaars Mackenzie en Grundy
met de eerstgenoemde als wit, is hier na
te spelen. *) M.d.a. The Oxford
Companion to Chess, David
Hooper en Kenneth Whyld **) Zie Wikipedia
voor betekenis en historische achtergrond van deze spreuk. THE FIFTH AMERICAN CHESS CONGRESS NEW
YORK 1880 Charles A. Gilberg Edition Olms,
1986, reprint van origineel uit 1881 |
||
4. 25e Daniel Noteboom Toernooi 1965 Noordwijk
Badplaatsen zijn, of in elk geval waren,
broedplaatsen voor schaaktoernooien. Monte Carlo, Oostende, San Sebastian, Hastings, Nice, Scheveningen en Zandvoort, zijn een paar
sprekende voorbeelden. De niet aan zee gelegen “bad”-plaatsen deden dapper
mee: Baden-Baden, Karlsbad en ongetwijfeld nog
meer. De betrokken gemeenten hebben er
met promotie bedoelingen geld voor uit getrokken om een schaaktoernooi binnen
de stadsmuren te krijgen. Bekend is dat, om het voorbeeld te geven van Monte
Carlo, particuliere fondsen wel zo belangrijk waren. Behalve dus in Scheveningen (1913) en Zandvoort
(1936) – Wijk aan Zee heeft meer met hoogovens te maken – is er in Nederland
ook geschaakt in Noordwijk. Het toernooi in 1938 is wellicht het bekendste.
Daar kwamen zulke grootheden als Keres, Landau, Sir
G.A. Thomas, Eliskases, P. Schmidt, Euwe, Spielmann, Pirc, Bogoljubow en Tartakower voor
een 10-kamp bij elkaar. Eliskases won voor Keres en Pirc. Het
Rembrandthotel bood onderdak aan de schakers, behalve aan Euwe want die moest
overdag gewoon in Amsterdam lesgeven, en aan het toernooi. Van het toernooi is een boek verschenen in de
bekende serie die eind jaren door Sijthoff werd
uitgegeven. Schaken en Noordwijk, dan denken we natuurlijk
ook aan Daniel Noteboom, de jonggestorven meester
(Noordwijk, 26 febr. 1910 – Londen, 12 jan. 1932). De zeer talentvolle speler
uit Noordwijk heeft in zijn korte leven een paar heel goede partijen gespeeld
en goede resultaten geboekt. Jaarlijks wordt door zijn schaakclub het Leidsch Schaak Genootschp (LSG)
een herdenkingstoernooi georganiseerd dat een vaste plaats heeft op de
schaakkalender. Bij het vijfde lustrum in 1965, werd groot
uitgepakt: Een internationaal toernooi met heel grote namen: Botwinnik, Flohr, Larsen, Donner, Trifunovic
en Bobotsov en Carel van den Berg. De achtste
deelnemer kwam uit het LSG zelf: J.C. Kort. Botwinnik won (natuurlijk), voor Trifunovic
en Flohr. Ik zou het toernooiboekje wellicht onbesproken
hebben gelaten wanneer het er niet zo charmant, verzorgd en met mooi papier,
uitzag. Een klein vierkant werkje, met aandacht geschreven en waarin alle
partijen met aantekeningen zijn opgenomen. Ook zijn er een aantal van Notebooms beste partijen, ontleend aan het Noteboom-gedenkboek, in opgenomen, o.a. een fraaie winst
op de toen eveneens zeer jeugdige Flohr. Ter illustratie is hier de partij
uit de eerste ronde tussen Botwinnik en Larsen
opgenomen. 25E DANIËL
NOTEBOOM TOERNOOI 1965 NOORDWIJK Het Nederlandse
Schaakcentrum N.V., Venlo i.s.m. het Leidsch
Schaakgenootschap Auteur en analyses ?? |
||
5. Olympiad United! Dresden 2008
Düsseldorf,
Kerstmarkt, 2012. Somber weer, koud en regenachtig. Maar gezellige warmte uit
de kramen, heerlijke geuren van allerlei baksels en chocolade. En druk! Ons
eerste bezoek geldt het Kunstmuseum met een aantrekkelijke verzameling
moderne kunst. Geen stadsbezoek zonder museum- en/of kathedraal! Daarna in
het gewoel van de Kerstmarkt. Je moet ervan houden maar het heeft z’n leuke
kanten. Tientallen kramen bezocht, hier en daar wat genuttigd, ook een enkele
winkel bekeken. Maar
wat is een bezoek aan een stad zonder naar schaakboeken te hebben gezocht.
Een snelle voorbereiding leerde dat Buchhaus Stern Verlag, de Düsseldorfse
“Selexyz”, te vinden is in de Friedrichstrasse. Dat is een stukje lopen, maar
de Kö heeft aardige winkels, o.a. porselein, kleding enz., dus onderweg
genoeg te zien. Buchhaus
Stern Verlag doet nog groter aan dan Donner en hun schaak-afdeling blijkt
best de moeite waard. Daar vond ik Olympad United! Het
is een ongewoon verslag van de Olympiade in Dresden uit 2008. Ongewoon door
zijn uiterlijk – 29,5 x 20 cm – maar nog veel meer door zijn inhoud.
Gigantisch. Ruim
300 bladzijden met elk drie kolommen met zeker 300 prachtige zwart-wit
foto’s, meer dan honderd uitvoerig geanalyseerde partijen (50/50 m/v schat
ik) en boeiende teksten van allerlei bekende en iets minder bekende
internationale meesters en grootmeesters (m/v). Dat “v”-tje staat er niet
voor niets want de vrouwelijke inbreng in het geheel is enorm. Een verademing
is te zien dat niet alleen de (top)grootmeesters van belang zijn maar ook de
mindere goden in het zonnetje worden gezet. Neem
van me aan dat er geen doorkomen aan is, heerlijk!! Zeer, zeer aanbevolen
voor de schaakliefhebber. Eindspelen
komen aan bod in een uitstekend artikel van GM Jacob Aagaard “Missed endgame
opportunities.” De leerzame partij van voormalig Carlsen trainer en Noors
voetbalinternational Simon Agdestein tegen Jacob Aagaard is het naspelen meer
dan waard.
Als
eerbetoon aan dit boek heb ik de partij Natalia Zhukova en Ewita Rajlich
met eigen commentaar hier opgenomen. In het boek heeft Rajlich dit duel van
uitvoerige aantekeningen voorzien; in een enkel geval heb ik mijn opmerkingen
op haar bevindingen gebaseerd. OLYMPIAD UNITED! Over 60
top commentators Harald Fietz, Josip Asik
en Anna Burtasova Schach Wissen Berlin 2009 Let
wel, dit is niet het officiële toernooiboek, want dat bestaat ook nog: Dagobert Kohlmeyer:
Offizielles Buch zur Schacholympiade Dresden 2008 |
||
Oplossing: 1. Dh2 Een prachtige sleutelzet. |
||
|