
"Geen enkele overwinnaar gelooft aan het toeval."
(Friedrich Nietzsche)
RONDEVERSLAG | De vierde ronde van het najaarskampioenschap 2017 bracht weer het nodige vuurwerk en de onvermijdelijke hilariteit.

In bekend vaarwater
De toppartij van de vierde ronde was die tussen Naomi Snikkers en Pieter Sandijck. En laat dat nu net de partij zijn, waarvan ik heel weinig heb meegekregen. Pieter speelde met zwart na 1. e4 een Siciliaan en ik hoorde de spelers na de winst van Naomi spreken over de variant die op het bord kwam en die Pieter kennelijk onbekend was. Naomi bezwoer hem dat de speelwijze wel degelijk in de theorie voorkomt. Naomi bevond zich dus in bekend vaarwater terwijl Pieters schip door dreigingen op de zevende rij op de klippen liep, maar dat kan ook op een zanddijk geweest zijn.
Gulle niesbui
In een damepionspel stond er na zes zetten een pion meer naast het bord voor John van Waardenberg dan voor Koos van Dalen, die kennelijk al vroeg in de partij in een gulle bui was. Na zijn traditionele niesbui koos Koos vervolgens vrijwillig voor een dubbelpion op d6 en d5 en John scheepte hem vervolgens na dameruil op met nog zo'n tweeling op b7 en b6. Een dergelijke versplinterde pionnenstructuur is kwetsbaar. John maakte daar gebruik van, zette een aanval in op de koningsvleugel, consumeerde gestaag de ene na de andere pion en zag zo het aantal pionnen van Koos dalen. Nadat alle stukken van het bord waren kon de pionneneindstand worden opgemaakt: acht voor John en drie voor Koos. In voetbaltermen: John hield de nul, Koos kreeg hem.
Patdwaling
De partij met de langste titel was die tussen Ton van der Breggen tegen Gijs van der Willigen. Alleen al van het typen van die twee namen krijg je als redacteur een acute vorm van schrijfkramp. Het werd na 1. e4 d6 2. d4 e6 het Lengfellner systeem van de Pirc-verdediging. Ik neem aan dat beide combattanten dat niet wisten, maar het plezier was er niet minder om. Ton miste een kans op pionwinst, Gijs deed dat niet. Gijs kwam gewonnen te staan, een zet later stond Ton weer gewonnen. Wat er over bleef was een voor Ton gewonnen pionneneindspel met ieder vijf pionnen. Hij verdwaalde echter in het eindspel en pat was het resultaat.
Tweebrein
Wim Vink kwam in de Bird-opening, volgens het oordeel van het electronische brein achteraf, al na elf zetten zo goed als gewonnen te staan tegen Pearl Uyttenhove. De biologische denkmachine van Wim oordeelde anders, gaf het voordeel weg en miste na de zet 18.., a6 van Pearl stukwinst, waarna Pearl weer over de beste papieren beschikte. En hoewel hij, te gericht kennelijk om mat te forceren, enkele kansen op stukwinst liet voor wat ze waren, ging het punt uiteindelijk toch naar Pearl.
Schermutselen
Anne Meeldijk trof Dick Korteland tegenover zich in de Tarraschvariant van het Damegambiet. Dick offerde een pion, Anne verkreeg bij de overgang naar het middenspel na dameruil licht voordeel, maar veel was dat niet. Na enige lichte schermutselingen pakte Dick zijn pion met 19...,Lxh2 terug en werd er tot remise besloten.
Geen zin om te walsen
Wim Platje kreeg Tabitha Snikkers met zwart tegenover zich. Het werd een Siciliaanse partij, waarin wit na 1..., c5 voortzette met c3, de Alapin-variant. Wit leek op de damevleugel in de problemen te raken, maar loste dat in eerste instantie goed op, om daarna na een mindere voortzetting toch weer in de malaise te raken. Met 22... Pxe5+ offerde Tabitha een paard. Het was niet de sterkste voortzetting, maar om oud-wereldkampioen Michael Tal maar eens te citeren: "Er zijn twee soorten offers, de correcte en die van mij". Wim raakte er in ieder geval van in verwarring, want in plaats van met 26. Tg1 op een remise af te stevenen zette hij met de verkeerde toren en luidde een paardvork zijn ondergang in. De toren en zeven pionnen van Tabitha zouden twee paarden en drie pionnen van Wim ongetwijfeld de baas zijn geworden. Wim staakte de strijd: "Er komt zometeen een wals op me af en die wil ik niet dansen"
Rij zes en zeven
De Masonvariant van het damepionspel, 1.d4, d5 2.Lf4 sierde de aanvang van de partij tussen Piet Schuller en Fons Claessen. Beide spelers van het viertal gaven elkaar niets toe en kwamen in een eindspel met ieder twee torens en drie pionnen terecht. Piet had een tot de zevende rij opgerukte pion waar Fons alle aandacht aan moest schenken. Fons was met een gedekte pion tot de zesde rij doorgedrongen. Voor beide spelers de aanleiding om te besluiten het punt te delen.
Ongebruikelijk beeld
Johan Went schrijft over zijn partij: "De partij tussen Hans Nunnikhoven met zwart en Johan Went met wit gaf een ander dan het gebruikelijke beeld. Zwart kwam snel in de aanval en wit bleef zoveel mogelijk teruggetrokken. Hans maakte gebruik van de nodige ruimte op de damevleugel dat resulteerde in ver gevorderde pionnen. Na afruil kreeg wit echter een open a-lijn voor toren en dame en dat bleek voldoende compensatie te bieden. Het eindspel gaf na afruil wat voordeel voor Hans met grote druk op de koningsstelling van Johan maar net te weinig om daar een doorbraak te forceren. Eigenlijk speelde Johan alsof hij zwart had en kwam nog daarmee goed weg. Tot remise werd tenslotte door beiden besloten".
De nieuwe ranglijst en een overzicht van de uitslagen vind je via "Intern" ⇒ "Ranglijst".
Sponsor van deze ronde:
Hans Verberg - Oud-speler van De Willige Dame