
"Wie vecht kan verliezen. Wie niet vecht, is al verloren." (Bertolt Brecht)
RONDEVERSLAG | Een miniatuurpartij in het schaken is een partij die na een zet of twintig wel beslist is. Er bestaat een Prismaboekje van Hans Bouwmeester, schaakboek 11, met de titel "100 miniatuurpartijen", waarin we in de inleiding lezen:
"De miniatuurpartij heeft voor elke schaker iets boeiends. Meestal is het een onverwachte finesse, die de partij een vroegtijdig slot geeft..." Lijkt me vrij logisch. Ik kan het mis hebben, maar als een finesse wel wordt verwacht dan lijkt het me aannemelijk dat er maatregelen kunnen worden genomen om een vroegtijdig slot te voorkomen...
Aansluitend staat te lezen: "Deze finesse is dan slechts door een der spelers opgemerkt..." Ja zeg, dank je de koekoek. Dat is ook effe een open deur of drie intrappen. Als beide spelers de finesse zouden hebben opgemerkt, maar een van de twee er niets mee gedaan heeft dan was daardoor dus de partij in geen tijd voorbij? Lijkt me meer voor de hand liggen dat een van de twee gewoon heeft zitten slapen.
We lezen verder: "De korte partij heeft nog twee belangrijke verdiensten:..." Toe maar! Het kan niet op! Laat die verdiensten maar een even horen dan. "... deze vergt in het algemeen niet zo veel ruimte..." Waar? In je brein? Daar zit toch geen limiet op qua ruimte? Op de dagbladpagina? Het toernooibulletin? Geen idee wat ik me hierbij moet voorstellen en wat de inleider bedoelt. "...en het naspelen kost weinig tijd..." Ja, daar zijn we natuurlijk allemaal helemaal verguld mee! Druk, druk, druk! We houden zomaar tijd over. Joepie! Al die ellendig ellenlange schaakpartijen toch ook altijd. Geef mij maar een miniatuurtje!
"Bij meesters en grootmeesters komen miniatuurpartijen in verhouding weinig voor, maar er is in de loop van een paar eeuwen toernooischaak toch wel het een en ander vastgelegd. Het beroemdste voorbeeld is Gibaud - Lazard, Parijs 1924, waarin wit na 1.d4 Pf6 2.Pd2 e5 3.dxe5 Pg4 4.h3? Pe3! moest capituleren wegens mat of dameverlies." (5.fxe3 Dh4+ 6.g3 Dxg3 mat)
"Jaren geleden won de Nederlandse grootmeester Hans Ree een marathongevecht van drie zittingen tegen Victor Kortsnoi. (Destijds werden partijen nog afgebroken en later voortgezet. red.) Onmiddellijk daarna verloor hij van Tigran Petrosjan in acht zetten en juist dit laatste duel maakte een rondgang door de wereldpers. Er zit een wreed element in het schaakspel."
"Het winnen van een korte partij is een prettige ervaring en het verliezen ervan heeft tijdens een toernooi in elk geval het voordeel dat men praktisch een vrije dag heeft." Een korte partij bij De Willige Dame betekent in ieder geval de mogelijkheid om, indien gewenst, vroeg thuis te zijn. Laten we maar naar de partijen gaan. Vanzelfsprekend zitten er een paar miniatuurtjes bij.
Hans Nunnikhoven opende met 1.e4 tegen Cor Paans en dan weet je zeker dat het met 1..c6 een Caro-Kann wordt, want dat is de lijfopening van Cor als hij met zwart speelt. Het werd een vrij korte partij, maar voor het mooie net iets te lang om een miniatuurpartij genoemd te mogen worden. Cor over de partij: "In het begin behandelde ik de opening tamelijk vlotjes. Maar ja, daardoor begon ik wel teveel naar mijn eigen kansen te kijken (pure overmoed natuurlijk). Hans zette mij dat duur betaald, want nadat hij mijn paard van f5 teruggejaagd had werden de problemen steeds groter. Kort daarna stortte ook de damevleugel in en na nog wat onzinzetten mijnerzijds was er na 25 zetten de zeer verdiende winst voor Hans." Hans Nunnikhoven - Cor Paans 1−0
Eén van de verslagen op deze website, om precies te zijn het verslag van de zesde ronde gespeeld op 6 maart 2018, heeft als titel "De kunst van het ontsnappen".
Daarin schreef uw verslaggever: "Soms vraag je je na een partijtje schaak wel eens af hoe het je tegenstander ooit gelukt is nog met een remise te ontsnappen terwijl je toch de winst voor het grijpen had. In mijn geval is overigens vaker het omgekeerde het geval en vraag ik me na afloop af hoe ik in vredesnaam op het nippertje aan een vrijwel zekere nederlaag heb kunnen ontkomen."
Het overkwam Wim Platje deze keer met zwart tegen het Koningsgambiet van Ruben Schilt. Wim koos voor de Cunningham-verdediging: 1.e4 e5 2.f4 exf4 3.Pf3 Le7. In de opening miste zwart een paar goede kansen op groot voordeel, maar verwisseling van zetten deed die kansen teniet. In het middenspel waren de spelers aanvankelijk gelijkwaardig aan elkaar, maar toen Wim met 17...g5 een valletje openzette om de witte dame te veroveren trapte Ruben daar niet in. Na het ijzersterke antwoord 18.Df5 en mindere zetten van Wim ontstond een eindspel met alle zware stukken nog op het bord dat voor wit gewonnen was. Het is echter zoals we allemaal weten achter het bord beslist niet gemakkelijk om een 'gewonnen' stelling ook in winst om te zetten. De computer gaf achteraf wel aan dat er mat in 19 zetten in de stelling zat, maar Ruben hoeft het zich niet aan te rekenen dat hij dat even miste. Met 29.De7+ besloot Ruben om de dames te ruilen en daarmee waren de kansen plotseling gekeerd. Ruben wees tot tweemaal toe een remise-aanbod van Wim af. Hij ging voor de winst en daar is natuurlijk helemaal niets mis mee. Een gevaarlijke zwarte vrijpion op de h-lijn en wat mindere zetten van wit bezorgden echter niet wit maar zwart de winst in het eindspel. Oog, naald, nippertje, kantje, mazzel. Ruben Schilt - Wim Platje 0−1
Piet Schuller startte zijn partij tegen Pearl Uyttenhove met het bij hem inmiddels onvermijdelijk geworden 1.Pc3. Na verwisseling van zetten stond er toch al snel dezelfde Pirc op het bord als vorige week bij Platje - Uyttenhove. Pearl was dus op bekend terrein en bij de overgang naar het middenspel op een overvol en onoverzichtelijk bord slaagde hij erin om een pionnetje buit te maken. Ruilen is dan over het algemeen in het voordeel van de partij met de materiële voorsprong en toen dat gebeurde zag Pearl dat natuurlijk graag. Zwart pakte wat later nog een pion mee en met twee vrijpionnen was het verder niet moeilijk meer om het punt te incasseren. Piet Schuller - Pearl Uyttenhove 0−1
Fons Claessen kon pas om negen uur aanschuiven en moest het opnemen tegen Willie Damen. Sommige partijen waren toen echter al klaar en dus waren enkele potentiële tegenstanders al naar huis. Fons koos zwart, het werd een Siciliaan en hij had het niet gemakkelijk. Ook deze keer verliep het om de beurt zetten niet altijd even geolied. Het einde kwam plotseling toen iemand, we zullen geen namen noemen, een mat in twee dacht te zien en de witte dame offerde. De combinatie bleek echter enigszins lek en wit gaf even later op. Willie Damen - Fons Claessen 0−1
En dan de partij die zorgde voor de inleiding en de titel van dit verslag. Gijs van Willigen kreeg na 1.e4 van Dick Korteland met 1...c5 een Siciliaanse opening gepresenteerd. Normaal gesproken bouwt Gijs rustig op en speelt hij niet tweemaal met hetzelfde stuk in de opening. Dat deed hij deze keer wel met een paard en na een schaak met de zwarte dame op a5 werd juist dat paard prompt ingerekend. Een paar zetten later, op zet tien om precies te zijn, kostte een tweede fout Gijs nog een stuk en vond hij het welletjes. Een miniatuurpartijtje zonder fijnzinnige finesses behoort natuurlijk ook altijd tot de mogelijkheden. Dick Korteland - Gijs van Willigen 1−0
Het contingent vrouwelijke schakers van de sociëteit was op deze avond na lange coronatijd gelukkig weer present. De wedstrijdleider zorgde ervoor, dat de zussen in deze zesde ronde niet tegen elkaar zouden spelen ook al zou de indelingscomputer dat vereisen en dus brachten zij het totaal aantal partijen in de kapel op zeven. Instappen in ronde zes betekent ook voor beide ex-kampioenen toch gewoon onder aan de ladder beginnen, maar dat zal later vast wel weer goed komen.
Ton van der Breggen had wit tegen Naomi Snikkers. Ton heeft geleerd zijn partijen volgens de regelen der kunst op te zetten. Pion in het centrum. Ontwikkelen van de paarden. Ontwikkelen van de lopers. Alleen jammer, dat Ton vergat een paard terug te slaan door het tussendoor ruilen van de lopers. Dat was slordig en luidde het begin van een vlot einde in. Eerst verscheen een zwarte loper op h3. Die kon nog worden geruild, maar toen er een dame op h3 verscheen kon die in samenwerking met paarden op d4 en g4 Ton op de 21e zet mat zetten. Ondanks het miniatuurtje hadden de spelers het prima naar hun zin. Ton van der Breggen - Naomi Snikkers 0−1
Tabitha Snikkers wilde natuurlijk niet onder doen voor haar zus, maar kreeg wel te maken met de (vrijwel) altijd lastig te bestrijden Koos van Dalen. Het werd geen "Kurzpartie", hoewel Koos al snel een pion achter kwam door een onachtzaamheid. Tabitha koos even later voor dameruil, waar het vermijden ervan door 12.f4 de partij waarschijnlijk aanzienlijk zou hebben kunnen bekorten. Wellicht hadden we dan de derde miniatuur van de avond kunnen begroeten. Nu werd het nog een lange zit, hoewel de afloop na torenwinst door een paardvork wel vaststond. Tabitha Snikkers - Koos van Dalen 1−0
De nieuwe ranglijst en een overzicht van de uitslagen vind je via "Intern" ⇒ "Ranglijst".
Alle foto's van deze ronde kun je zien bij "Intern" ⇒ "Foto's".
Reacties zijn altijd welkom. Plaats ze helemaal onderaan bij "Een reactie plaatsen". Je e-mailadres wordt niet zichtbaar bij de publicatie.