Veld 65 “Veld vijfenzestig is allereerst een verzameling verhalen over
mensen. Mensen, die ik ooit heb ontmoet. Mensen, die ik nog steeds onmoet.
Mensen met hun eigenaardigheden. Mensen met hun eigen aardigheden. Daarnaast is het een verzameling sfeertekeningen , waarbij het
schaken slechts een verbindend motief is”. Willem D. Platje |
|
||
Email de auteur! |
|||
Willem |
|||
In iedere echte man is een kind
verborgen, dat wil spelen. (Friedrich Nietzsche). December 1957. Eindelijk:
Kerstmis! Het lange wachten is voorbij. Mijn vader schudt de kolenkit leeg op
het vuur dat hij met aanmaakhoutjes en kranten in de haard ontstoken heeft.
Blauwe vlammetjes met gele kopjes beginnen begerig aan het anthraciet te
likken achter mica ruitjes. Gefascineerd kijk ik toe en voel de warmte op
mijn huid. Plechtig doet hij het electrisch licht uit. Winterdonker neemt
bezit van de woonkamer. Dan strijkt hij een lucifer aan en raakt er de
kaarsjes in de kerstboom mee aan. Ze antwoorden met licht. Flonkerend
weerkaatsen druipende kaarsjes hun licht in de zilveren bolletjes, die mijn
moeder en ik devoot in een naar bos geurend sparretje hebben gehangen. Als je
goed luistert, dan kun je de zinderende kaarsenvlammetjes horen fluisteren.
Als je goed kijkt zie je miljoenen vonkjes hun vrolijk licht in het rond
spetteren en als je dan je vingers in je oren duwt, je ogen stevig dicht knijpt en goed ruikt, dan waan je je in
een dennenbos. Ik kan me niet bedwingen. Ik
moet het zilveren belletje aantikken. De kristallen klank klinkt in mijn
verbeelding als een kerkklok. Het kerstvogeltje met het kleine rode snaveltje
dat ik dit jaar heb mogen uitkiezen zet ik wat steviger op zijn tak. Mijn
moeder pakt haar gitaar en begint te zingen: ”Stille nacht, heilige
nacht” en ik zing mee. Ik ben al zes
en ken natuurlijk de woorden: “Stillige nacht, heilige nacht …”. Mijn broertje
is pas twee en slaapt als het kerstkind. Maar wat gaat het snel voorbij… Het
had zoveel langer mogen duren. Bedtijd. Als ik mijn pyjama aan heb kus ik
mijn vader welterusten. Hij heeft weer eens dat mysteriespel op het bord
gezet en kijkt naar voor mij onbegrijpelijke letters en cijfers in de krant.
Hij verzet een houten paardje.
Na de warme chocolademelk en de
kerstkransjes gaan ze in vrede hun welverdiende vakantie tegemoet. Stil blijf
ik even zitten, omdat ik dit gelukkig moment nog even vast wil houden. Het
had zoveel langer mogen duren. Zal ik? Ik aarzel. Eigenlijk wil ik het
niet. Wat geweest is is immers voorbij? Toch tik ik nog even het zilveren
belletje aan en mijn oren maken me een jongetje van zes. Dan onsluit ik het
licht. Ik schud het verleden van me af en haal het vogeltje als eerste uit de
boom. “Tot volgend jaar”, denk ik... De boom moet naar het
schoolplein. Ik plaats nog een verdwaald stoeltje op een tafel. Het
demonstratiebord voor de schaaklessen zet ik op het aanrecht met het
fonteintje. De schoonmakers kunnen hun gang gaan.
Ik pak mijn eerste cadeautje
uit. Aan de vorm te zien is het een pocketboekje. Ik dank de gulle kerstman
voor het bezorgen van dit presentje en scheur het kleurige, met
sparrenboompjes bedrukte papier er van af: “Schaakboek 5 -Topprestaties van 50 grote meesters” door
H. Bouwmeester. De kerstman kent kennelijk mijn passie voor schaken. “Dank
je wel Kerstman!” Ik kies het volgende presentje... Mijn vader krijgt een
audiocassette met muziek van Jim Reeves en hij pakt een pakje voor mijn
moeder… Dan krijg ik na drie paar sokken
zo te zien weer een boekje. Vol gespeelde verwachting pak ik het uit. Het met
kerstboompjes bedrukte papier achteloos op de grote hoop gooiend lees ik
voor: “Schaakboek 11 - 100 miniaturen” door H. Bouwmeester. “Dank je wel
Kerstman!” Intens tevreden stel ik vast, dat niemand nog iets in de gaten
heeft…De rondedans van uitdelen en uitpakken
gaat voort… Even later ben ik weer aan de
beurt. Een groter cadeau. Minstens drie pockets hoog deze keer. Als een
volleerd acteur dank ik Rudolf het Roodneuzig Rendier en scheur het met
dennenboompjes bedrukte papier quasi benieuwd van mijn cadeautje. Mijn ogen
laat ik oplichten als ik triomfantelijk achtereenvolgens “Schaakboek 10 -
Openingen”, “Schaakboek 6 - Uit de toernooipraktijk” en “Schaakboek 7 - Eindspel”, alle drie van de hand van H.
Bouwmeester, trots aan de familie toon. Dan klatert de aanstekelijke
lach van mijn schoonzusje door de kamer. “Hetzelfde pakpapier!” schatert ze.
“Kerstboompjes!” De anderen kijken haar even onbegrijpend aan. Ik houd mijn
gezicht als een volmaakt onwetende in de plooi, maar ik weet, dat ik betrapt
ben. “Stom! Ik had verschillend papier moeten kopen.” Dan begint het
bij de anderen ook te dagen en ze wenden hun blik naar de nog wachtende
kerstcadeautjes. Ik hoef zelfs elk pakje gewikkeld in met kerstboompjes
bedrukt papier niet meer uit te pakken. Nieuwsgierig ritsen ze zelf het
papier los. Al gauw liggen de deeltjes één tot en met vier en ook acht en
negen, alle geschreven door ene H. Bouwmeester op mijn schoot. Succes! Ieder schiet in de lach,
mijn vader en mijn broer geven me een ram op mijn schouders en op dit toneel
buig ik voor het applaus, ontvang de bloemen en sluit de gordijnen. Mijn
glansrol zit er op. “Schouderklopjes mag je jezelf ook wel eens uitdelen”,
denk ik. We gaan aan het avondmaal. Ik
breek het brood en schenk de wijn. Onze vader voorziet ons van vis. De kat
geeft het klokje een speelse tik. De vogel vlucht een takje hoger… Het had
zoveel langer mogen duren… Volgend jaar weer Kerstmis. Betlehem. בית לחם,
Beit Lechem, betekent “Huis van het brood” in het Hebreeuws. بيت
لحم, het Arabische Biet Lachem, betekent: ”Huis van het
vlees”. In Betlehem zullen ongetwijfeld bakkers en slagers hun beroep
uitgeoefend hebben. Brood, vlees, wat groente, iets te drinken en onderdak.
Meer heeft een mens niet echt nodig. Herbergiers zullen ook niet onbemiddeld
zijn geweest in die tijd. Toch restte er volgens het evangelie slechts een
stal voor Zijn geboorte. Waarom komt me dit toch zo bekend voor? Terug
naar boven © W. D. Platje 2008.
(Kerstbijdrage R.S.B.) |
|||
Media:│ |
|||
Meer schaak- en ander nieuws op www.tomsschaakboeken.nl |
|||