SCHAAKCLUB ROTTERDAM vóór 1945 en het lid de heer J.H. Sierag Verzoek om aanvulling en/of correctie 31.3.2007:
Aanvulling van Jaap Staal **) |
In
mijn hutkoffer vol schaakschatten zitten ook wat herinneringen aan Jan
Hendrik Sierag (26-7-1891/ 19-2-1976). Hij
was de grootvader, van moederszijde, van mijn vrouw. Hij
schaakte en was voor de oorlog lid van de Arbeidersschaakclub Rotterdam. Uit
zijn schaaknalatenschap hebben wij ook het beeldje in ons bezit gekregen dat
hier is afgebeeld en dat de volgende inscriptie bevat: SCHAAKCLUB
ROTTERDAM 1918 - 1 OCT
- 1938. De
aanduiding “Arbeiders” ontbreekt hier. In
het Tijdschrift van den Nederlandschen Schaakbond jaargang 1921 is een lijst
opgenomen van aangesloten verenigingen. Er
zijn slechts twee Rotterdamse schaakverenigingen vermeld: 1.
Arbeidersschaakclub “Rotterdam” Secr. en gedelegeerde: P.M. van Aggelen, Zaagmolenkade 2. Donderdagavond 8 uur Café Hollandia Crooswijkschesingel
hoek Linkerrottestraat. 2. NRS
Maandag 8 uur Hotel Coomans Dat
wil nog niet zeggen dat er in 1921 niet meer schaakclubs actief waren in
Rotterdam, maar die waren blijkbaar niet aangesloten bij de Nederlandse
Schaakbond. We
kijken in het November-nummer van de jaargang 1938 van het Tijdschrift van den Koninklijken Nederlandschen
Schaakbond, een heel mooi nummer want er wordt uitvoerig verslag gedaan
van het AVRO-toernooi, met de partijen uit de 1ste t/m de 3de
ronde met de complete toernooitabel, S. Landau bespreekt de Weensche Verdediging – 1.d4 d5 2. c4 e6 3. Pf3 Pf6 4. Lg5
Lb4+ 5.Pc3 dc4 – , een verslag van de “Grote Bondswedstrijden te Groningen (winnaar in Groep 1A -
blijkbaar de hoogste groep - : J.H. Wertheim, Den
Haag) – en Nieuws uit de Onderbonden. (NB
:alle vet van mij, tvb) Daar
vindt je vaak aardige details uit het plaatselijke schaakleven. De
Rotterdamsche Schaakbond heeft in deze rubriek een
bericht opgenomen waaraan we de volgende passages ontlenen: Jubileum
van de “Schaakclub Rotterdam” Den 1en October 1918 werd de “Arbeiders-Schaakclub”
opgericht. De Schaakclub “Rotterdam”, zooals zij herdoopt werd, toen de samenstelling harer
ledenlijst van karakter veranderde, is dus een van onze oudste vereenigingen. Op Donderdag 13 October had het bestuur der jubileerende
vereeniging ter viering van het 20-jarig bestaan
een feestelijke bijeenkomst der leden belegd, waartoe ook het bestuur van den
R.S.B. een uitnoodiging gewerd. Dit verscheen bijna
voltallig. De voorzitter van
S.C. “Rotterdam”, de heer C.J. Touw, gaf een geschiedkundig overzicht,
waaraan vooral de vele verhuizingen een humoristisch tintje verleenden.
Namens den R.S.B. sprak 1ste secretaris-vice-voorzitter
eenige van groote
waardering getuigende woorden, welke hij vergezeld deed gaan van een geschenk
in de vorm van een wisselbeker. Het oudste lid, de heer P. Mes Lzn.*)**),
huldigde het bestuur in een zorgvuldig voorbereide rede, die sprankelde van
geest. ……… Een
oorspronkelijke gedachte was het, dat aan alle leden een beeldje vereerd
werd, voorstellende een gestileerde koning en vervaardigd door de Goudsche Plateelfabriek. …. Nog langen tijd vereenigden gongwedstrijden leden en genodigden in het
gezellige, versierde clublokaal. Een bijzonder
geslaagde, intieme herdenkingsavond! Het
is aannemelijk dat J.H. Sierag bij dit
jubileumfeest aanwezig was. In
het bovenaangehaalde bericht komt ook de naam voor van H.W. Slagman, 20 jaar
bestuurslid en in 1938 penningmeester. In
notatiebiljetten van J.H. Sierag die uit de
oorlogstijd stammen vind ik de naam Slagman. Ik vermoed dat deze partijen
thuis werden gespeeld. Ze
schaakten geregeld met elkaar en zij speelden in de oorlogstijd ook een
consultatie-correspondentiepartij tegen twee Haagse tegenstanders. Ook buiten
het schaak gingen zij met elkaar om en gingen vaak een eind samen wandelen.
Maar ik weet niet of dit de genoemde H.W. Slagman is. De
onzekerheid wordt gevoed door de uitslag van de wedstrijd van de Haagsche
Arbeiders Schaakvereniging tegen de Rotterdamse Arbeiders Schaakvereniging
zoals vermeld in de jaargang 1921 van het Tijdschrift van de Nederlandsche
Schaakbond op blz. 21. Daar vinden we de volgende partijen: Bord 1: J.H. van Os - Slagman
1-0 Bord 12: Nassenheim - Slagman 0-1 en dus zijn er ten minste twee Slagmannen
lid. In het In Memoriam op de RSB-site
staan twee namen vermeld van omgekomenen die lid waren van de Schaakclub
Rotterdam. Wanneer u
aanvullende gegevens hebt over deze vereniging, haar leden en haar
geschiedenis, of correcties wilt aanbrengen MAIL
aub. Is er nog iemand die zo’n beeldje heeft? 30
maart 2007 Tom van Bokhoven *) Bij de
beschikbare papieren zit een notatiebiljet van de Vereenigde Rotterdamsche Schaakclubs opgericht 23 mei
1930 met een partij van J.H. Sierag met wit
tegen P. Mes gespeeld op 21 maart 1940. **) 31.3.2007: Jaap Staal – ”beeldbepalend figuur in de Rotterdamse
schaakwereld” en ICCF meester – verraste me met
onderstaande bijdrage: In het nummer van de Triomfator dat ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van Charlois (1972) verscheen, staat een gedicht van J. Bezemer, toen een der oudste leden, nu reeds jaren overleden. Ik citeer hieruit:
De praeses was schoolmeester Mes. Hij kon ook heel goed schaken, maar gaf ons wčl een goede les hoe je leden kwijt kon raken...
Want bij 'n wedstrijd in 't Oude Stadhuis, tegen Arbeiders Schaakclub Rotterdam, zat meester Mes, 't was geen abuis, bij
de tegenpartij, we schrokken ons lam. ***)
03.04.2007: Mijn goede vriend APdK,
evenals Jaap Staal lid van Erasmus, gaf mij een boekje dat had toebehoord aan
J.H. (“Opa”) Sierag. Vanzelfsprekend heel hartelijk
dank! Het gaat om Openingen der Moderne Schaakpartij en Overgang tot het middenspel aan de hand van meesterpartijen der laatste jaren Door J. KOTRC en A. GERSCHENKRON vertaald en
bewerkt door J.H. GOUD en A. GOUD Jr. 1937, De
Torentrans N.V. – Zeist De
oorspronkelijke uitgave is van augustus 1933 te Wenen. Op een los
stukje papier – aangetroffen bij blz. 66 waar de Fajarowics-Variant van het Budapester Gambiet wordt
behandeld - heeft J.H. Sierag het volgende vermeld: ”BUDAPESTER GAMBIET 1. d4 Pf6 2. c4 e5 3. de5: Pe4 4. Dc2 d5 5. cd5:
Lb4+ 6. Pc3
Lf5 !!! 7. Da4+
Pc6 8. dc6:
Pxc3” |
|