SCHAAKPARTIJEN 1
Once upon a time: Partijen
van helden uit oude tijden
meer schaak- en ander nieuws op www.tomsschaakboeken.nl
|
|
Twee formidabele partijen van Capablanca (nrs
1 en 4) met de intrigerende commentaren van Lod.
Prins tegenover het toernooiboek van Bogoljubow, de
grote Mason in een glansrol, in partij 4 een
verrassing in de analyse, een merkwaardige stelling in de analyse van Kotov’s partij en het drama van Tschigorin
in zijn match met Steinitz in 1892.
Nadat deze pagina klaar was zag ik
dat Kasparow de partijen 1 en 2 in de Great Predecessors
Part 1 uitvoerig behandeld heeft. Mijn commentaren blijven ongewijzigd
zodat zowel de lezer als ik kunnen zien wat die van Bogoljubow,
Prins en mij én van Kasparow waard zijn.
|
|
1. Capablanca – Bogoljubow 1-0
|
Moskou, 1925
|
|
2. Tschigorin
– Steinitz 0-1
|
Tweekamp Havana 1892
|
|
3. Mason – Winawer 1-0
|
Wenen 1882
|
|
4. Capablanca
– Subarew
1-0
|
Moskou, 1925
|
|
5. Kotov
- Matanovic 1-0
|
Stockholm, 1952
|
|
100 jaar geleden: januari 1906
|
|
6. Alapin – A.A. Romanovsky 1-0
|
Sint Petersburg 1905 of 1906
|
|
|
|
1. Capablanca,
José Raoul -
Bogoljubow, Efim D21
Moskou, 1925 19de van 21 ronden
Eindstand: 1. Bogoljubow 2. Lasker. 3. Capablanca 4. Marshall 5. Tartakower 6.
Torre 7/8. Réti/P.A. Romanovski
Bronnen en analyses: Lod. Prins
in “Capablanca” ,Bogoljubow in het Toernooiboek, tvb/Fr8
|
|
Een grootse
schaakpartij.
1.d4 d5 2.c4 e6 3.Pf3 dxc4
4.e4 c5 5.Lxc4 cxd4 6.Pxd4 Pf6 7.Pc3 Lc5
8.Le3 Pbd7 9.Lxe6 fxe6 10.Pxe6

Hebben we zo Tal niet een
keer van Botwinnik in een WK-match
zien verliezen?
10...Da5
Veel sterker is 10...Db6 11.Pxc5
Pxc5 12.Tc1 Lg4! 13.f3 Td8 14.De2 Le6 15.Pd5 Pxd5 16.exd5 Txd5 17.Lxc5 Txc5
18.Txc5 Dxc5 19.Dxe6+ Kd8 20.Kd1 Te8 met bijna gelijke stelling:
1) 21.Df7 21...Te7 22.Df8+ Kd7
23.Df4 Te5 24.Da4+ Kc8 25.Dc2 Dxc2+ 26.Kxc2 Te2+ 27.Kb3 Txg2 28.Tc1+ Kd7
29.Tc2 (29. h4 -0.41/18)
2) 21.Db3 Te7 22.Tf1
Df5 23.Dg8+ Te8 24.Dc4 Db1+ 25.Dc1 Dxa2
26.Tf2 Da4+ 27.Tc2 Te6 28.Dg5+ Ke8 29.Dc5
Da1+ -0.53/18
11.0-0
"Simpel en vernietigend. Wij zullen zien, dat Zwart met een bord vol
stukken om redelijke zetten verlegen is." 11.Pxg7+ Kf7 12.Pf5= Prins
schrijft dat dit "natuurlijk ook een uitnemende mogelijkheid is".
Objectief gezien zelfs beter, maar is dat wat een ambitieuze - gelet op de
stand in de wedstrijd - Capablanca wil? Hij waagt
meer.
11.e5? Lxe3 12.exf6 Pxf6
11...Lxe3 12.fxe3

"Tenzij dit alles in
een huiselijke analyse was voorbereid, is deze partij wel het beste voorbeeld
van Capablanca's intuïtie en zijn vertrouwen daarin.
Te kunnen voorzien, dat Zwart in deze schijnbaar onschuldige stand, ondanks
het evenwicht van een stuk tegen een geïsoleerde dubbelpion, totaal verloren
zou komen te staan - welk een benijdenswaardige scherpte van oordeel! Wits
stukken moeten onvermijdelijk het vijandelijke spel binnendringen als gave
tanden een rijpe vrucht. Zwart werkt zonder pionnencentrum, hij is niet
ontwikkeld en zijn koning is dakloos, terwijl Wit overal steunpunten voor en
vrij invalslijnen vindt."
12...Kf7?
Een fout die met 13. Dg4 moet worden
gestraft.
Beter ziet vooral 12. ...Ke7 er uit. Zie B.
A. 12...De5 13.Pxg7+ Kd8 14.Tf5
De7
B. 12...Ke7 13.Pxg7 Tg8 14.Tf5 Da6
15.Ph5 en nu
B1) 15...Dd6 16.Dxd6+ Kxd6 17.Pxf6
Pxf6 18.Txf6+ Le6 19.Th6+-
B2) 15...Dc6 16.Tc1 Dd6 17.Dxd6+ Kxd6 18.Pxf6 Pxf6 19.Txf6+ Ke5 20.Th6 Lg4 21.Txh7 b6 22.h3 Lf3 3.22/15;
B3) 15...Ke8 In 1) en 2) verliest zwart
onmiddellijk een stuk maar ook deze zet geeft in feite materiaal terug.
B3.1) 16.Db3 Db6 17.Pb5 Tf8
B3.1.1) 18.Da3 Kf7 19.Td1 De6 20.Pxf6 Pxf6 21.Td6 Dxf5 3.44/15)
B3.1.2) 18.Taf1 a6 19.Txf6 Pxf6 20.Pxf6+ Txf6 21.Dg8+ Ke7 22.Dg7+ Kd8
B3.1.2.1) 23.Td1+
B3.1.2.2) 23.Txf6 Dxe3+ 24.Kf1 Dd3+ 25.Kf2 Dd2+ 26.Kf3 Dd1+ 27.Ke3 Dc1+ 28.Kd3 Dd1+ 29.Kc3 De1+ 30.Kb3 Dd1+ 31.Kb4 Dd2+ 32.Pc3 Dxb2+ 33. Kc4 Le6+ 34. Txe6 wint
B3.2)16.Pb5 Ke7 wint ook snel. 17.Pc7
;
B3.3)16.Pd5 Pxd5 17.Dxd5 Tg6 18.Df7+ Kd8 19.Pf4 Dd6 20.Dxh7+-
13.Db3
13.Dg4! De uitval naar g4 wordt door zowel Bogoljubow
als door Prins buiten beschouwing gelaten maar is volgens Fritz beslist
sterker:
1) 13...Te8 14.Dxg7+ Wit geeft een
tweede stuk. 14...Kxe6 15.Pd5 Dreigt zonder meer 16. Txf6+, Pxf6 17. Dxf6+,
Kd7 18. Df7+, Kd6 19. Dxe8, Le6 20
De7 15...Pxd5 16.exd5+ Kd6 17.Dh6+ Kc7 18.Tac1+ Kd8 19.Dh4+ Te7 20.d6 De5
1.1) 21.dxe7+ 21...Dxe7
22.Dc4
1.2) 21.Tcd1 Ke8 22.dxe7
Dxe7 23.Dg4 Pf6 24.Dg5! Lg4 25.Txf6
Lxd1 26.Dg8+ Kd7 27.Dd5+ Kc8 28.Df5+
Kd8 29.Tf8+ Kc7 30.Tf7+-
2) 13...g6? 14.Pd5
|
13...Kg6 14. Tf5
Db6 15.Pf4+ Kh6 16.g4?
16.Df7! Capa/Bogo/Prins
1) 16...Dxe3+
17.Kh1 g6 18.Pe6 Tg8 19.Pd5 Dxe4 20.Txf6 Pxf6 21.Pxf6 Dxe6 22.Pxg8+ Kg5
23.Dxh7 met winst
2) 16...g5 17.Txg5! Dxe3+
18.Kh1
2.1) 18.
… Kxg5 19.Dg7+ Kxf4
20.Tf1+ Ke5 21.De7+ Kd4 22.Td1+ Kc4
23.De6+ Kc5 24.b4+ Kxb4 25.Db3+ Kc5
26.Db5#
2.2) 18...Tg8
19.Txg8 Pxg8 20.Tf1 Pgf6 21.g4 met mat.
16...g5
17.Dxb6
"Nog het beste" zegt
Prins. Bogoljubow: "!! Capablanca
findet noch die einzige Möglichkeit, etwas Angriff zu behalten".
Maar Fritz geeft royaal voordeel aan zwart.
Een uitstekende vervanger is 17.Df7! met goede remisekansen voor wit. Maar
wil Wit dat?
analysediagram
Stelling na 17. Df7!
17...Tf8 18.De7 Zowel
1) 18...Dd8 als
2) 18...Dxe3+ leiden tot remise. 19.Kh1
2.1) 19. … gxf4
20.Tg1 Df3+ 21.Tg2 Df1+ enz
2.2) 19. … Df3+? 20.Pg2
Dxg4 21.Taf1
17...axb6 18.Td1
h4 gxf4 19. 18.g5+ Kg6 20.gxf6 fxe3 21.Tg5+
1) 21 … Kf7 22.e5 Te8 23.Tg7+ Kf8
24.Pb5 Pxe5 25.Txh7 Pf7 26.Pc7 Txa2!
En zwart wint.
2) 21 … Kxf6? 22.Pd5+ Kf7
23.Tf1+ Ke6 24.Pc7+ +-
18...Tg8
Zwart kan heel goed
1) 18...Ta5! spelen
1.1) 19.Pfd5 Pxg4 20.h3 Pge5
21.Pe7 Kh5 22.Td6 b5 23.Td5 b6 24.a3 b4 Met voordeel voor zwart.
1.2) 19.Pe6 Pxg4 20.Td6
Pde5 21.Pxg5+ Kh5 22.Pe6+ Kh4 23.Tf8
Txf8 24.Pxf8 h5 25.Pg6+ Pxg6 26.Txg6
Tc5 27.Txb6 Wit heeft het knap moeilijk.
1.3) 19.Ph3 Pxg4 20.Td6+ Kg7 21.Txg5+
Txg5 22.Pxg5 Pde5 23.Pd5 Pc4 24.Pe6+
Kf7 25.Pg5+ Ke8 26.Pc7+ Ke7 27.Td3 Ook
hier staat zwart beter.
2) 18...gxf4 19.g5+
2.1) 19 … Kg6 20.gxf6 fxe3 21.f7
2.2) "Met 19...Kg7 (Prins)
20.gxf6+ Pxf6 21.Tg5+ Kf7 22.exf4 h6 had
zwart de leiding kunnen overnemen. Men krijgt de indruk dat Wit de partij na
23.Tb5 bijvoorbeeld 23...Tg8+ 24.Kf1 zo mogelijk gevolgd door
Td6, niet zou hebben verloren."
Dit is een vergissing want 24. Kf1 is een fout. Er volgt 24...Tg4 25.e5 (25.Ke2 Txf4 26.Ke3 Th4-+ ) 25...Txf4+
26.Ke1 Pg4 27.h3 Pe3 28.Td3 en zwart wint met zowel Pg2+ als 28...Pc2+.
19.Pfd5 Pxg4
Beter 19...Pxd5
1) 20.exd5 Tf8
2) 20.Pxd5 Pc5 21.Tf6+
Tg6 Dit is beter dan het
door Prins gegeven 21...Kg7 22.Txg6+
hxg6 23.Pf6 Txa2 24.Td8 Le6 25.b4 Pb3
26.Td6 Lc8
27.h3 (27.Td8 Tc2) 27...Pd2 28.Pg8+
Kg7 29.Pe7 Pc4 30.Pxc8 Pxd6 31.Pxd6
Kf6-+
20.Pe7 Tg7 21.Td6+
Kh5 22.Tf3 Pgf6 23.Th3+ Kg4 24.Tg3+ Kh5 25.Pf5 Tg6
25...Kg6 26.Pxg7 Kxg7 27.Txg5 met
winst.
26.Pe7?

Tot duidelijke winst gaat het na 26.Th3+ Kg4 27.Kg2
Wit dreigt mat in 5 zetten: 28. Txh7 Pxe4 29. Pe7 Th6
27...Pc5
28.Pg3 Pe6 29.e5!+-
26...g4?
Beter is 26...Tg7=
27.Pxg6 Kxg6?
27...hxg6 28.e5
28.Txg4+ Kf7 29.Tf4 Kg7 30.e5 Pe8 31.Te6 Pc7 32.Te7+
Prins besluit met:
"Het is een der grootste privilegiën van grootmeesters dat tal van in
het oog springende fouten hun niet beletten grootse partijen te spelen. Want
dat deze een grootse schaakpartij is geweest zal niemand durven
ontkennen."
1-0
|
|
2. Tschigorin, Mikhail - Steinitz,Wilhelm C34
23ste partij van hun 2de
Tweekamp om het Wereldkampioenschap Havana, 1892
Uitslag: Steinitz
– Tschigorin
10 – 8 bij 5 remises.
Bronnen en analyses: tvb/Fr8
|
|
Beslissingspartijen.
Op blz. 71 van "Kramnik, my
Life and Games", Kramnik & Damsky, Everyman Chess, 2000, lezen we iets over beslissende partijen:
"........ And
to the forefront once again came the problems that Kramnik
had faced before in so-called 'games of one's life'. Decisive games! Which
were excellently played by Lasker, Botvinnik, Tal and Bronstein
and which Chigorin, Petrosian,
Geller and Larsen were totally unable to play."
Tschigorin staat
in het tweede rijtje. Is dat terecht?
Ik zet een aantal toernooien waarin Tschigorin
speelde op een rijtje en probeer dan erachter te komen hoe Tschigorin zich door beslissende partijen heeft
heengeslagen. Snel geteld kom ik op ca. 25 toernooien en 3 matches. Omdat ik
over de boeken ervan kan beschikken beperk ik mij tot het nagaan van 13
toernooien/matches. Weliswaar geeft de CB Bigbase van alle 28 de partijen
maar liever gebruik ik de boeken omdat daarin ook commentaar is te vinden. In
een volgende aflevering kom ik hier op terug. Hier alvast de partij met in
dit verband het beruchtste slot.
1.e4 e5 2.f4 exf4 3.Pf3 Pf6 4.e5 Ph5 5.Le2 g6 6.d4 Lg7 7.0-0 d6 8.Pc3 0-0
9.Pe1 dxe5 10.Lxh5 gxh5 11.dxe5 Dxd1 12.Pxd1 Pc6 13.Lxf4 Lf5 14.Pe3 Le4
15.Pf3 Tfe8 16.Pg5 Lg6 17.Pd5 Lxe5 18.Pxc7 Lxc7 19.Lxc7 Tac8 20.Lg3 Pd4 21.c3
Pe2+ 22.Kf2 h4 23.Ld6

|
23
… Pd4 24.cxd4 Tc2+ 25.Kg1 Tee2 26.Tae1 Txg2+ 27.Kh1 Kg7 28.Te8 f5 29.Pe6+ Kf6
30.Te7 Tge2 31.d5 Tcd2

32.Lb4 ???
Let op, dit is de beslissende partij in de match
om het WK!
Hoe zou het gelopen zijn na 32. Txb7 Lh5 33. Tb3! Dan zou het
(waarschijnlijk) gelijk staan in de match! Nu wint Steinitz
met 10 tegen 8 winstpartijen.
Is
het mogelijk dat een mens hierbij niet instort, niet zijn verstand verliest.
Het kan toch niet anders of Tschigorin heeft hierna
op z'n minst jarenlang vertwijfeld geleefd c.q. gespeeld op zoek naar een
nieuwe zin voor het leven, als hij al is blijven spelen. En dat heeft hij
gelukkig.
Tschigorin 1850-1908
32...Txh2+
0-1
|
|
3. Mason, James - Winawer, Szymon C50
27ste ronde van het
toernooi in Wenen, 1882
Eindstand:
1/2. Steinitz,
Winawer 24 pnt 3. Mason 23 pnt 4/5. Mackenzie, Zukertort 22½ 6. Blackburne 21½
Bronnen en analyses:
Das II. Internationale Schachmeisterturnier
WIEN 1882, Ed. Olms 1984, Bijl, Van Wijgerden
500 Master Games of Chess,
Dover, Dr. S. Tartakower and J. du Mont /tvb/Fr8
|
|
An irruptive sacrifice.
Naast mij ligt “Das II.
Internationale Schachmeisterturnier Wien 1882” uitg. Olms, 1984. Samenstelling
Chr. M. Bijl, analyses bij 40 partijen van IM Cor van Wijgerden.
Van dit toernooi is destijds geen boek verschenen. Het is een heel goed idee
geweest om dit verzuim na honderd jaar alsnog goed te maken. Er is daarbij
o.a. gebruik gemaakt van een bestaande partijverzameling en van de analyses
van o.a. Steinitz, Gunsberg,
Zukertort e.a. die in verschillende tijdschriften
zijn verschenen.
In het boek is deze partij geanalyseerd door Van Wijgerden.
Alweer een Olms om van te smullen.
James Mason (1849 – 1905) was in de tachtiger
jaren van de 19de eeuw een topspeler. Zijn carrière startte in
Amerika als schoenpoetser.
Winawer (1838 – 1920) een Pool, in dit toernooi
gedeeld 1ste met Steinitz, was ook
beslist geen kleine jongen. De “Winawer”, ook wel Nimzowitsch- variant genoemd, is een van de populairste
in het Frans.
Het eerste diagram van deze partij toont een bekende stelling. Van Wijgerden merkt daarbij op:
“Diese Partie hätte man vergessen, wenn Mason sie
nicht mit eine wunderschönen Kombination
gewonnen hätte.”
1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4
Lc5 4.d3 d6 5.Le3 Lb6 6.Pbd2 h6 7.Pf1 Pf6 8.h3 Pe7 9.Pg3 c6 10.Lb3 Lxe3
11.fxe3 Db6 12.Dd2 a5 13.c3 a4 14.Ld1 Le6 15.0-0 Dc7 16.Ph4 b5 17.Lc2 c5
18.Pgf5
Wien 1882, Olms
1984
Lxf5 19.Pxf5 Pxf5 20.Txf5 Pd7 21.Taf1 f6 22.Ld1 a3 23.Lh5+ Ke7 24.b3 Thf8
25.T5f3 Pb6 26.Tg3 Kd8 27.Lg4 De7 28.Le2 Kc7 29.d4 c4 30.Tb1 g5 31.bxc4 bxc4
32.Tb4 De6 33.d5 Dc8 34.Lxc4 Pa4 35.Lb5 Pc5 36.De2 f5 37.exf5 e4 38.Lc6 Tb8
39.Dh5 Tf6
|

Stelling na
39. … Tf6
40.Txg5!!
“An
irruptive sacrifice” schrijft Tartakower
in 500 Master Games of Chess.
40. … hxg5
41.Dh7+ Pd7 42.Lxd7 Dg8
42...Dxd7
43.Tc4+ Kd8 44.Dh8+ De8 45.Dxf6+ De7 46.Dh8+ De8 47.Tb4 Ook weer mooi.
43.Tb7+!!
“This
additional point in the combination is one of the finest conceptions in
the literature of chess” (Tartakower).
43. Tc4! Is ook niet mis. 43 … Kb6 44. De7 Df7 44.
Dxe4 Dxd7 45. Tb4+ Ka7 46. Dd4 Ka8 47. Txb8 Kxb8 48. Dxf6 Wat wilt u nog
meer?
43 … Kxb7

44.Lc8++ !!
Deze keer zijn de uitroeptekens van mij. (tvb)
Geweldig om deze zet te kunnen spelen.
44 … Ka8 45.Dxg8 Txf5 46.Dd8 Txd5 47.Dd7 Tb1+ 48.Kh2 Td2 49.Dc6+ Kb8 50.Dxe4
Tbb2 51.Le6 Kc7 52.Dc4+ Kb6 53.Ld5 g4 54.hxg4 Tf2 55.Dc6+ Ka7 56.Dc7+
1-0
|
|
4. Capablanca, José Raoul – Subarew, Nikolai D21
Moskou 1925
Eindstand zie partij 1.
Bronnen en analyses: Bogoljubow in het Toernooiboek Lod.
Prins in “Capablanca” tvb/Fr8
|
|
Ontdekking in de analyse.
Citaat
uit Capablanca
van Euwe en Prins. In de Inleiding van Lod.
Prins lezen we o.a.:
”Geen enkele onderzoeker die zich respecteert kan vrede hebben met de
wetenschap, dat er een flagrante weerlegging mogelijk is van tachtig procent
zijner aantekeningen, ook al plegen die aantekeningen dan steevast zonder critiek te worden aanvaard en al pleegt anderzijds aan de
moeizaam verworven juistheid ener analyse in het geheel geen aandacht te
worden geschonken. Kort gezegd: analyseer zo goed mogelijk of analyseer in
het geheel niet.”
”Zo is dan de uitvoerige analyse van dit werk gegroeid ten koste van veel
inspanning en ontstellend vele uren, neen, dagen, weken, maanden. En desondanks moet misschien ’s lezers
clementie worden ingeroepen. Maar of nu fouten zijn vermeden of niet, zeker
is, dat wel al het mogelijke is gedaan om ze te vermijden.”
Cursivering van tvb.
1.d4 d5 2.c4
e6 3.Pf3 dxc4 4.e4 c5 5.d5 exd5 6.exd5 Pf6 7.Lxc4 Ld6 8.0-0 0-0 9.Lg5 Lg4
10.Pc3 Pbd7 11.Pe4 Dc7 12.Lxf6 Pxf6 13.Pxf6+ gxf6 14.h3 Lh5 15.Te1 Tfe8
16.Db3 a6 17.a4 Lg6 18.Ld3 Dd7 19.Pd2 Te7 20.Lxg6 fxg6 21.Pe4 Kg7 22.Dc3 Le5
23.Dxc5 Lxb2
Het slaan opent
niet alleen de b-lijn wat in de partij goed te
merken is maar ook de e-lijn waar wit onmiddellijk
van profiteert. Fr8 geeft de volgende zetten: 23...Tae8 24.Tad1 Dxa4 25.Db6
Dc2 26.Td2 Dc7 27.Dxc7 Txc7 28.d6?! Lxd6 29.Txd6 f5
30.f3 fxe4 31.fxe4 Met gelijke stelling.
24.Pg5
Vat de koe bij de horens. 24.Tab1 is minder duidelijk. Zwart heeft dan
een paar redelijke zetten:
1) 24...Tae8
2) 24...Tc8 25.Db4 Le5
26.f4 Lb8 27.Db2 Tf8 28.Pg5 Txe1+ 29.Txe1
Wit staat er uitstekende voor. 29...Kh6 30.Pe6;
3) 24...Le5 ziet er
iets minder uit.
3.1) 25.d6 Tee8 26.Dd5!
3.2) 25.Txb2 Txe4 26.Txe4 Txe4 27.d6 Dc6 28.Dxc6
bxc6 29.Td2 is nog een moeizaam karwei.
24...Tae8
24...Te5 25.Txe5 Lxe5 26.Pe6+
25.Pe6+
25.Txe7+! Dxe7 26.Pe6+ Kf7 27.Tb1
25...Kf7?
25...Kg8!
26.Tab1 Le5 27.Dc4 Tc8 28.Db3 Lb8
28...Tc3! 29.Da2 Dd6
29.g3 Dd6 30.Pf4
30.a5 La7
30...Tce8?
30...Td7 Taaie verdediging.
31.Te6 Df8 32.d6 Kg7
1) 33.Dd5! 38.Dc3 33...Lxd6
34.Txb7 Txb7 35.Dxb7+ Kh8 36.Pd5 (36.Txf6? Tc1+ ) 36...Le5 37.Txa6 Ld4 Houdt a7 in
de gaten. 38.Pf4 Mooi stukkenspel. Pe6 zit weer in de stelling.
38...Le5 39.Pe6 Dg8 40.Dd5 Te8 41.a5 Tb8 42.Tb6! Pion a6 komt dreigend
naar voren.
2) 33.Pd5 Tf7 34.Db6
Tc6 35.De3 Txd6 36.Te8 Txd5 37.Txf8
Kxf8
31.Te6 Dd7
31...Txe6 32.dxe6+ Kf8 Is ook niet leuk voor zwart.
1) 33.Td1 Dc6 34.Td7 Dc1+
35.Kg2 Dc6+ 36.Kh2 en
2) 33.Df3 b6 34.Pxg6+
Kg7 35.Pf4 Kh8 36.Db7 of 36.Kh2 waarborgen
de winst.
3) 33.Dxb7 De7
34.Dxe7+ Kxe7 35.Pd5+ Kxe6 36.Te1+ Kf7
37.Txe8 Kxe8 38.Pxf6+ En wit moet wel winnen.
32.Txe7+ Kxe7

Op dit punt begint Prins in
"Capablanca" een beschouwing over deze
partij. Kostelijk om te lezen hoe hij Bogoljubow’s
analyses in het toernooiboek hekelt. De verleiding is groot om beide visies
in z’n geheel op te nemen. Maar dat kost pagina's. Daarom hier een
uittreksel. Eerst de hoofdvarianten van de analyse van Bogoljubow
in het toernooiboek, daarna de pennen-"streken" van Lod. Prins, ten slotte het eigen commentaar.
Opmerking
toegevoegd 8 mei 2006:
In “Das Schachgenie Capablanca”
van Linder, Sportverlag
Berlin, 1988 (vertaling uit het Russisch) neemt de schrijver deze Prinsanalyse ten dele over zonder aan
een kritische blik te onderwerpen.
|
33.Dxb7
Bogoljubow: "Der von Capablanca
hiermit (bedoeld wordt 33. Db3xb7!) eingeschlagene Gewinnweg ist, wie die Fortsetzung lehrt, wohl der einfagste. Es ging aber auch anders:
33.d6+ Kf8 34.Pd5 Te6 35.Df3 Kf7
36.Pf4 Txd6 37.Txb7 Lc7 38.Db3+ Ke7 39.Dc4 Tc6 40.Dg8 und
Weiss hat die ausgesprochene
Gewinnstellung.
Voor 33. Db4 zie verder aan het
einde van de beschouwingen bij 33. Dxb7.
Lodewijk Prins in "Capablanca": Soms geeft het voldoening Bogoljoebows opmerkingen zo nodig aan de kaak te stellen.
Niet omdat het grootmeesters verboden zou zijn om evenals andere stervelingen
mis te tasten. Maar omdat zij, rustend op hun reputatie, zich al te vaak de
moeite van een ernstig onderzoek besparen en de goegemeente met de eerste de
beste oppervlakkigheid die hun invalt trachten in slaap te sussen. Dit is
vooral ergerlijk, wanneer zij op grond van zulk een oppervlakkigheid een
mening ten beste geven, welke met weinig anders kan worden vergeleken dan met
de schijnheilige critiek van sommige vrouwen op
elkaars mooiste kleren. "De tekstzet" zo betoogt dan Bogoljoebow afgunstig. zien, dat deze "voor wit
onmiskenbare winststelling" na 40...Tc1+ 41.Kg2 (of 41.Kh2 Dd4
) 41...Dd1 42.Txc7+ Txc7 43.Pd5+ Kd6” (diagram van mij, tvb)
analysediagram
Stelling na 43. … Kd6
Vervolg
analyse Prins: “44.Pxc7 Kxc7
45.Dxh7+ Kb6 46.Dxg6 Dd5+ 47.Kh2 Df3 48.Dc2 Ka5 allerminst een gemakkelijke
taak zou opleveren.
Als Bogoljubow naar
aanleiding van het toekennen van de schoonheidsprijs voor deze partij
zoetsappig insinueert: "of de scheidsrechters bij het toekennen wel Wits
alternatieve winstmogelijk-heden in aanmerking
hebben genomen?" kunnen de scheidsrechters dus gevoegelijk het hoofd
schudden, of de schouders ophalen. En anders de lezers van het toernooiboek
wel.”
tvb: Het bovenstaande is voor Prins
de basis van zijn oordeel over Bogoljubows manier
van analyseren. Het voorbeeld is wat ongelukkig gekozen want er zit een lek
in de analyse.
De zet 41. ... Dd1 wordt na 42. Txc7+ Txc7 43. Pd5+ Kd6 weerlegd door – met
dank aan Fritz - 44 Df8+! Kc6 45.
Dxf6+ met glad gewonnen stelling.
Is Prins' variant te redden? We proberen bijvoorbeeld 41...Kd6 (of 41. ..
Kc5 42. Pxc7. Zwart is in zijn bewegingen belemmerd omdat dameruil voortaan
sowieso verlies betekent.) 42.Kh2 g5 43.Tb2 Td1 44.Pg2
maar de zwarte koning
staat nu wel erg ongelukkig. 44...h5 45.Pe3 Td4 46.Dg6 Ke6
47.Tc2 h4 48.Df5+ Wit wint.
Volledigheidshalve geef ik – uitgaande
van de stelling in het eerste diagram – Fritz’ alternatief 33. Db4+ voor de
zetten van Capablanca 33. Dxb7 en Bogoljubow 33. d5-d6+:
33.Db4+ Een
subtiel tussenschaakje dat beide commentatoren
buiten beschouwing laten. Het heeft in 2) tot gevolg dat de zwarte D niet
meer gedekt is, anderzijds onttrekt de zwarte K zich aan de e-lijn.
1) 33...Ld6 34.Dxb7 Td8
35.Te1+ Le5 36.Dxa6 Dd6 Zwart heeft een soort vesting gebouwd maar wit moet
met twee pluspionnen en de betere koningsstelling wel winnen.
2) 33...Kf7 34.Dxb7 Lc7
35.Tc1 Te7 36.Pe6 Le5 37.Tc8 g5 38.Tf8+
Kg6 39.Db1+ Kh6 40.Df5 Het is afgelopen.
33...Lxf4
33...Dxb7 34.Txb7+ Kd6 35.Txh7
34.Te1+ !!
Krijgt van Bogo twee uitroeptekens: !! “Eine Grosse Überrasschung.”
34...Le5 35.d6+!!
Opnieuw !!. “Leitet den eleganten
und forcierten Damengewinn ein.”
35...Ke6 36.Db3+ Kf5 37.Dd3+ Kg5 38.De3+ Kf5 39.De4+ Ke6 40.Dc4+
Kxd6 41.Td1+ Ke7 42.Txd7+ Kxd7 43.Dxa6
Na de boven door Prins geciteerde "zoetsappige insinuaties"
besluit Bogoljubow met "Wie dem auch sein mag, jedenfalls mutet die prachtvolle
Schlusskombination wie eine
Studie an."
tvb: De variant met 44. Df8 is niet minder studieachtig.
Prins: "Ditmaal dan eens een 'combinaison assez grande' *). Onberispelijk!"
1-0
*) Een verwijzing naar de vele ‘petites combinaisons’ van Capablanca die in het boek voorkomen.
|
|
5. Kotov,A.
- Matanovic, A. E59
13de ronde Interzonaal toernooi te Stockholm 1952
Eindstand: 1. Kotov 2. Petrosyan 3. Taimanov 4. Geller 5/8. Averbach, Stahlberg, Szabo, Gligoric
Bronnen en analyses: Kotov in Toernooiboek en in Duitse vertaling in 111 Sowjetische Meisterpartien, Sportverlag 1956, tvb/Fr8
|
|
Opmerkelijke stelling
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 Lb4
4.e3 c5 5.Ld3 d5 6.Pf3 Pc6 7.0-0 0-0 8.a3 Lxc3 9.bxc3 dxc4 10.Lxc4 Dc7 11.a4
Td8 12.La3 cxd4 13.cxd4 Pxd4 14.Pxd4 Dxc4 15.Le7 Td5 16.Lxf6 gxf6 17.Df3 Ld7
18.Dxf6 18...Dc7 19.Tab1 b6 20.Pf3 Dd8 21.Df4 Tc8 22.e4 Ta5 23.Pe5 f6 24.Pxd7
Dxd7 25.Dxf6 Tf8 26.Dh6 Txa4 27.Tb3 De7 28.Tg3+ Kh8 29.e5 Th4 30.Dc1 Thf4
31.Tc3 a5 32.Tc7 Db4 33.De3
Kotov: 33. Td1 gaat niet wegens 33. … Txf2 34. Dh6
1) 34. … Tf1+ 35. Txf1 Dd4+
2) 34. … Txg2 35. Kh1 Tg1+
33. … a4 34.g3 T4f7 35.Tc6 Tb7? 36.Txe6 a3 37.Tf6 Ta8
37. … Te8 is het onderzoeken waard.
38. Db2 39.Df3 Tg8 40.Tf8 Ta7
Kotov geeft de volgende variant: 40...Tbg7 41.Td1 a2
42.e7 a1D 43.e8D Daa2 44.Td8 Dab3
(Sterker dan Kotov’s
zet is 44. … Dc1+ en 42. ... Dg5)
45.Da8 D2a2
Een bijzondere stelling – zie diagram
volgende kolom - die in het
toernooiboek dan ook alle aandacht krijgt.
|
analysediagram
Stelling na 45. …. D2a2
“In dieser Stellung, wie
man sie in der Schachgeschichte
wohl kaum finden wird, kann der Weiße gewinnen, wenn er sämtliche acht (!!) Schwerfiguren
auf dem Punkt g8 abtauscht,
aber auch durch 46.Txg8+ Dxg8 (46...Txg8 47.De5#) 47.Dxa2”.
(111 Sowjetische Meisterpartien)
41.Txg8+
41.Td1
Tag7 42.Tdd8 Dc1+ 43.Kg2 Dg5 44.Txg8+ Txg8 45.Txg8+ Dxg8 46.e7
In de CB Bigbase houdt de partij
hier op. Het toernooiboek laat nog
41. … Kxg8
42. Dd5!
volgen.
1-0
|
100 jaar geleden: januari 1906
6. Alapin, S. - Romanovsky,
A. A. C32
Fourth Russian National Tournament St
Petersburg, januari 1906
Uitslag: 1. Salwe
2/3 Rubinstein, Blumenfeld 4. Snosko-Borowski
5. Alapin 6/7. o.a. Romanowski
Bronnen en analyses: Lesser Known Chess
Masterpieces 1906-1915: 335 Games as Reported in the Year Book of Chess,
Marco/tvb/Fr8
|
Koningsgambiet.
Deze partij staat in de CB Bigbase als gespeeld in 1905 en in “Lesser Known Chess Masterpieces:
1906/1915 335 Games as Reported in The Year-Book of Chess” uitgave Dover, als gespeeld in het “Fourth Russian
National Tournament” januari 1906. Ik weet niet hoe
het in het oude Rusland van voor de revolutie met de data zit maar wellicht
hebben we hier te maken met een toernooi rond de jaarwisseling. De Hundert Jahre Schachturniere en Hundert Jahre Schachzweikämpfe
van
Dr. P. Feenstra Kuiper spreekt ook van 1906: Op blz. 66 staat de uitslag van St. Petersburg 1906.
De zwartspeler, een broer van P.A. Romanovsky die
in 1934 vóór Euwe eindigde in het toernooi van Leningrad, was kampioen van de
USSR in 1921.
Alapin kom je regelmatig tegen in de toernooien
rond 1900 en in b.v. de Dreihundert
Schachpartien van Tarrasch.
Naast bekend speler was hij ook theoreticus (denk aan 1.e4,e5 2. Pe2) die,
lezen we in de The Oxford Companion to Chess, in zijn publicaties partijen opvoerde van “Attakinsky” en “Defendarov”.
In
Kagan’s Neueste Schachnachrichten, jaargang 1922 (en misschien ook in
andere jaargangen) staan allerlei bijdragen van hem. Het eerste is getiteld ‘Ein bischen Schachphilosophie’,
en is een beschouwing over schaken o.a. m.b.t. de begrippen ‘kunst’ en
‘wetenschap’. Aan het artikel is een partij toegevoegd, gespeeld in ‘Caïssenburg’ tussen Offensivin
en Defendarow. Hij kent ook de bekende matador Opferaroff.
Hij besluit zijn betoog met een advies aan de overwonnen volkeren - het is 1922 – in het geval de winnaar de remise
met geweld uit de weg gaat: Viribus unitis!
Oftewel Met vereende krachten!
Als
ik Hans Ree goed begrepen heb was er in Amsterdam ook een Schaakvereniging Alapin.
Aandacht nu voor het Falkbeer Gambiet.
1.e4
e5 2.f4 d5
Door mij steevast en met plezier gespeeld,
hoewel niet altijd met succes.
3.exd5 e4
Estrin noemt deze variant eerst na 3. ... e4
het Falkbeer Tegengambiet
en het vervolg met 3. ... c6 het Nimzowich Tegengambiet, terwijl 3. Pf3 de titel Geweigerd Tegengambiet meekrijgt.
4.d3
Of
4.Lb5+ Zoals H.J. van Donk mij eens in een vluggertje verraste. 4...Ld7 5.De2 Pf6 6.Pc3 Lc5 7.Pxe4
0-0 8.Lxd7 Pbxd7 9.d3 Pxd5 10.Pf3 Te8 11.f5 Lb4+ 12.Kf2 P7f6 13.g3 Dd7 14.c4
Pxe4+ 15.dxe4 Pf6 16.e5 Dxf5 17.Kg2 Tad8 18.a3 Ld6 19.Td1 Dh5? (19...Pg4 ) 20.c5! Txe5 21.Dxe5 Dg4 22.cxd6 Te8 23.Dxe8+ Pxe8 24.d7
De4 25.d8D Dc2+ 26.Ld2 1-0 Anderssen,A-Falkbeer,E/Berlin 1851
4...Pf6 5.dxe4 Pxe4 6.Pf3 Lc5 7.De2 Lf2+?
7...Lf5
8.g4?! 0-0! 9.gxf5 Te8 10.Lg2 Pf2 11.Pe5 Pxh1 12.Lxh1
1) 12… Pd7! Zwart staat beter.
13.Pc3 f6 14.Pe4 fxe5 15.Pxc5 Pxc5 16.fxe5
Dit wil je met wit niet graag spelen. 16...Dh4+ 17.Kf1 Tf8
18.Kg1 Dd4+ 19.Le3 Dxe5 20.Te1 Pd7 21.Dc4
Kh8 22.Le4 Tae8
1.1)
23.Lf2 Pf6 24.Lg2 Dxf5 25.Txe8
1.2) 23.Ld4 Df4 24.Te2 Pf6 25.Lxf6
gxf6 26.h3 Tg8+ 0-1 Spielmann,R-Tarrasch,S/Maehrisch Ostrau 1923
2) 12...f6? 13.d6! fxe5 14.Dc4+ Kh8
15.Dxc5 Pc6 16.Df2 exf4+ 17.Kf1 Te5
Zwart heeft weliswaar maar T voor 2L maar hij speelt volop mee.
zie volgende kolom
|
8.Kd1

8...f5
8...De7 Houdt
wat langer vol maar wit staat gewonnen.
“In
the present game Alapin introduces an important
innovation” (Marco)
9.Pfd2!
“If White plays 9. Kt-QB3,
Black can savely Castle, and 10, KtxKt, PxKt; 11. QxB, etc., follows and Black obtains the Kt. The subtlety
of 9. KKt-Q2 therefore lies in the fact that Kt prevents Black from castling.
(Marco)
Hij geeft nog de volgende partij van een
jaar eerder:
9. Pc3 Lf2+ 10. Ld2 Pxc3 11. Lxc3 Dxd5+ 12. Kc1 Td8? 13. b4 Lb6? 14. De7 1-0 Alapin-Marshall, Oostende 1905.
9 … Lh4 10.Pxe4 fxe4 11.Dxe4+ Kf7
12.Ld2 Lf6 13.Pc3 g6 14.Ld3 Pa6 15.Df3 Pb4

16.a3?
16.Lc4 Tamelijk voor de hand
liggend.
1) 16...Te8 17.Pe4 Zwart kan van
alles doen zoals 17. .. Lxb2, 17. ... Txe4 of 17. ... Lg4 maar het ziet er
niet overtuigend uit ook omdat de zwarte K niet al te veilig staat en het
zwarte P nog een veilig heenkomen moet zien te vinden. 17...a5 Handhaaft het
P en houdt daardoor nog wat druk op de witte stelling. Maar wit heeft keus
genoeg om het tot een goed eind te brengen.
2) 16...Lf5? Wie van het avontuur houdt speelt nu
17.g4 met voor wit gunstige ontwikkelingen.
16...Pxd3 17.cxd3 Te8
Alapin maakt het nu in snel tempo af.
18.Kc2 Ld7 19.Tae1 Txe1 20.Txe1 b5 21.Pe4 a5 22.g4
c5 23.f5 b4 24.fxg6+ Kxg6 25.Tf1 Ta6 26.g5 La4+ 27.Kb1 bxa3 28.Pxf6
1-0
|
|
|
|
|