Drie originele schaakboeken

Recente aanwinsten 8


schaak- en ander nieuws op www.tomsschaakboeken.nl

 

 

 

22.11.10

 

Je bent gek van schaakboeken of je bent het niet. Gelukkig is voor mijn afwijking nog geen geneesmiddel beschikbaar. Al doet de Grote Crisis zijn uiterste best om nieuwe aankopen te verhinderen, ik ben mij onlangs toch te buiten gegaan aan twee nieuwe titels. Een derde werd mij door een goede gever geschonken.

 

Het betreft drie schaakboeken die buiten de geijkte categorieën van toernooiboeken, partijverzamelingen en de onder partijschakers populaire openingstheorie, vallen.

 

De titels:

 

1. Kings, Commoners and Knaves. Further Chess Explorations. Edward Winter.

2. A Chess Explorer.  Life and Games. Hugh Myers

3. Ranneforths Schachkalender 1938

 

1. Kings, Commoners and Knaves

Edward Winter neemt in de auteurswereld een bijzondere plaats in. Al decennia lang verzamelt en onderzoekt hij feiten, namen, anekdotes en nog veel en veel meer uit de rijke geschiedenis van het schaken.

Juist dit jaar kon ik het ongelooflijke Capablancaboek van hem aan mijn verzameling toevoegen. De ondertitel daarvan zegt veel over het interessegebied van de auteur:

“A Compendium of Games, Notes, Articles, Correspondence, Illustrations and Other Rare Archival Materials on the Cuban Chess Genius José Raúl Capablanca, 1888-1942.”

Het is werkelijk niet te geloven wat daarin allemaal aan nieuwe gegevens, achtergrondinformatie enz. boven water is gehaald.

Edward Winter publiceert zijn vondsten regelmatig op internet. De laatste vijf aantekeningen zijn gisteren (okt. ’10) geplaatst en dragen de nummers 6803 t/m 6807!!

http://www.chesshistory.com/winter/

 

Eerdere titels op dit terrein zijn Chess Notes en Chess Explorations.

Het boek waar we het hier over hebben – Kings, Commoners and Knaves – bevat dus Further Chess Explorations en dateert al van 1999. Ik kocht het – online - als ramsj bij Chesscenter in London .

 

De schrijver heeft de besproken onderwerpen ondergebracht in hoofdstukken als Positions, Games, Openings, Mysteries, reviews etc.

 

In het artikel op deze site “Kemeri 1937, bij wijze van herdenking” kwam de oorlogsmisdadiger Ozols ter sprake. Ik maakte daarbij gebruik van dat onderwerp op de website van Edward Winter; het is in dit boek opgenomen.

 

Een ander uitgebreid stuk is gewijd aan de partij Capablanca – Bogoljubow uit het toernooi in Moskou, 1925. Winter laat zien dat de vele gerenommeerde commentatoren – onder wie Lasker, Euwe, Aljechin en Bogoljubow - het over deze partij absoluut oneens zijn.

 

Het is ondoenlijk om nog meer te citeren. Heel veel onderwerpen, van de meest uitlopende aard, komen aan de orde, bv. Marshall’s Gold Coins, Rare Queen Sacrifices, enz. enz.

 

Een kostelijk en onuitputtelijk boek voor de schaakliefhebber met gevoel voor historie, te genieten in de kleine uurtjes.

 

o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o

 

2. A Chess Explorer

Door Hugh Myers (1930-2008). Een speciale figuur. Hij behoorde niet tot de toppers in zijn land maar was vele malen kampioen van een van de Staten van de USA en had een rating van rond de 2350.

Hij heeft een paar publicaties op zijn naam. “Myers is best known for his writings on unorthodox openings lezen we op Wikipedia.

Het boek dat we hier op tafel hebben A Chess Explorer, bevestigt die opvatting.

 

Je zou het boek een mix van een biografie en openingstheorie kunnen noemen.

Myers heeft niet een doorsnee-carrière gehad; hij weet smakelijk te vertellen over de twaalf ambachten en dertien ongelukken daarin. Maar de hoofdmoot is het schaken.

Veel partijen en verhalen, anekdotes, meningen en ervaringen met schaakmeesters, enz. enz.

 

Na afsluiting van het boek in 2001 kwam nog de 11de september. Ook daarover schrijft hij. Zijn persoonlijke emoties en zijn vroegere contacten met Libanezen, Egyptenaren enz.

 

Op blz. 81 (van de 239) staat na een partij van Myers uit het Dominicaanse kampioenschap van 1966: “Called a remarkable game in Winter’s Chess Explorations. Dat is wel niet het boek dat hierboven wordt besproken maar in elk geval heeft Winter het in positieve zin over Myers.

 

Al met al een nogal ongewoon boek dat nieuwsgierig maakt.

Op de omslag staat An MOB Edition. MOB staat voor Myers Opening Bulletin.

 

o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o-o

 

3. Ranneforths Schachkalender 1938

 

Dit boekje biedt ons een blik in het Duitse schaakleven anno 1937.

 

1) Organisatie

Op blz. 18 staat een hele opsomming van beslissingen onder de titel: Neuordnung des Schachwesens. Nou, dan weet je het wel. Het begint zo:

 Das Amt “Feierabend” der NS.-Gemeinschaft “Kraft durch Freude”  und der Großdeutsche Schachbund bringen gemeinsam zur Kenntnis, daß zwischen beiden Organisationen folgende Vereinbarung getroffen wurde, nach der beide Teilen zum Wohle des deutschen Schachs gleichwertige Aufgaben haben.”

 

Dan volgen negen bepalingen die vooral de gelijkwaardigheid van beide organisaties beklemtonen. Het bedrijfsschaak gaat in z’n geheel naar Kraft durch Freude “wobei deren Eindverständnis  Voraussetzung ist.”

 

Verder lezen we: “Die Veröffentlichung dieser Anordnung erfolgt zentral von den Reichstellen der beteiligten Organisationen. Andere Veröffentlichungen sind untersagt.”

 

En

“Der  Reichsminister für Volksaufklärung und Propaganda hat durch Verfügung von 22. November 1938 *) sein Einverständnis mit der vorstehenden Vereinbarung erklärt. Auch Reichsminister Dr. Frank  und Reichsleiter Bouhler haben ihren volle Zustimmung gegeben.”

 

*) Vandaag precies 72 jaar geleden.

 

2) Turton

Of er niets aan de hand is volgt dan een artikel dat de aandacht zal trekken van Henk Prins omdat deze geïnteresseerd is in de relatie tussen schaakcompositie en de praktische partij.

 

Der Turton im praktische Spiel, door H. Klüver, Hamburg.

De auteur geeft enkele praktijkvoorbeelden waarin de terugtrekking van de witte loper naar b1 gevolgd door het plaatsen van de witte D op de diagonaal c2-h7 plaatsvindt.

 

 

Stelling uit de partij Vera Menchik – Dr. Aljechin, Hastings 1933/34. Zwart is aan zet.

Hij speelt 26. … La8 en na 27. Ta2 deze zet 27. … Db7. Wit gaf op.

Klüver schrijft hierbij o.a.: (in vertaling) Het opmerkelijke aan dit voorbeeld is dat de dreiging tot verdubbeling op de diagonaal door Db7 (of Dc6 tvb) niet gepareerd kan worden omdat de velden g2 en h1 nu eenmaal, ook door andere zetten, niet te dekken zijn. Het voorbeeld geeft een klassieke Turton in de praktische partij.

 

3) Verder staan er nog veel interessante zaken in dat boekje. Bv. Steden in het buitenland waar geschaakt kan worden. In Rotterdam worden bv. genoemd: Café Suisse, Beursplein, en Coomans, Hoofdsteeg 12. In Den Haag kon je toen al terecht in de van Speykstraat 1, het Nationaal Schaakgebouw.

Ook vind je er adressen van bekende spelers, zowel in Duitsland als daarbuiten:

Botwinnik, Tschaikowskajastr. 10, Leningrad W10. Ook de adressen van de gebroeders Van Foreest, Euwe, Landau e.a. Mühring woonde destijds in Rotterdam aan de Noordsingel nr. 188b.

Veel toernooiuitslagen met tabellen, partijen en nog veel meer. Bv notatieformulieren, lege toernooitabellen en lege diagrammen om afgebroken stellingen in op te tekenen.

Voor de liefhebber een lustoord om in te grasduinen.

 

 

www.tomsschaakboeken.nl