„Theologische School moet streven naar hoogste peil”

Gereformeerde Gemeenten
houden symposium rond eeuwfeest

Reformatorisch Dagblad

DORDRECHT – „Het ideaal van ds. Kersten om de predikantenopleiding uit te bouwen tot een volwaardige academische opleiding is nog niet helemaal bereikt. Uitbouw van de Theologische School tot een kleine universiteit zal in de toekomst serieus moeten worden overwogen.”

Dat zei ds. M. Golverdingen (Boskoop) zaterdag tijdens het jubileumsymposium van de Gereformeerde Gemeenten. Tegelijkertijd moet er, zei hij, „wel altijd ruimte blijven voor broeders die als de vissers uit Galiléa tot het ambt zijn geroepen, maar niet aan de voeten van Gamaliël hebben gezeten.”

De rector van de Theologische School, ds. Moerkerken, vindt de stelling om de opleiding uit te bouwen tot een universiteit te kort door de bocht. „De lessen op de Theologische School moeten inderdaad op een zo hoog mogelijk peil gegeven worden. Dat is buiten kijf. Maar ik zou niet graag bij de toelating van studenten ook een criterium leggen bij het peil van de vooropleiding. Wij willen graag iets horen over iemands bekering en over iemands roeping, maar hechten minder belang aan iemands opleidingsniveau.”

Ds. Golverdingen reageerde: „Wij leggen de maatstaf minder hoog dan men in de Reformatie en in de Nadere Reformatie deed. Dat is prima, zolang we maar blijven streven naar het maximaal haalbare. Daarbij ben ik het eens met de opvatting dat er ruimte moet zijn voor een gelaagdheid in de broeders die tot de studie worden toegelaten.”

Ds. A. Moerkerken, rector van de Theologische School, wees tijdens zijn lezing ”Bewaren en bekeren” onder meer op een verschuiving in de geloofsbeleving van sommigen. „We zouden dit andere geestelijke klimaat kunnen omschrijven als een sterker accent op het geloof en minder nadruk op de noodzaak van de wedergeboorte, waarbij het soms schijnt of dit laatste woord besmet is. Meer aandacht is er voor de reactie die God van de mens vraagt op de prediking, minder aandacht voor het feit dat er een wonder van God in ons leven moet gebeuren. Meer vrees voor dode lijdelijkheid dan voor menselijk activisme.”

Binnen de Gereformeerde Gemeenten verschenen de afgelopen jaren enkele publicaties die volgens ds. Moerkerken op verschillende punten aansluiten bij deze veranderde geloofsbeleving. „De besprekingen in De Saambinder zorgden op hun beurt weer voor scherpe reacties. In het proces van meningsvorming ging ook internet met zijn mailmogelijkheden en discussiesites een soms minder fraaie rol spelen.”

Het gaat hier volgens ds. Moerkerken niet om kleinigheden. „We moeten de accenten die de verkondiging van Gods Woord in onze gemeenten altijd hebben gekenmerkt, niet verliezen. Ambtsdragers moeten zich niet te gemakkelijk wijs laten maken dat die prediking wortelt in de negentiende-eeuwse gezelschappen. En we moeten zulke dingen al helemaal niet zelf gaan verkondigen. Natuurlijk hebben onze predikanten zich altijd weer voor Gods aangezicht kritisch te bezinnen op de boodschap die zij brengen. Maar we moeten ons niet laten ontnemen wat ons dierbaar was en is. Bedenken we dat de door velen versmade en onder kritiek gestelde boodschap in de geschiedenis van ons kerkverband velen tot eeuwige zegen is geweest: er werden mensen onder tot God bekeerd en Gods kinderen werden gevoed.”

Het is, volgens ds. Moerkerken, onmogelijk om de Gereformeerde Gemeenten lief te hebben en tegelijkertijd kritiek te hebben op de prediking. „Dat kan nooit samengaan, juist omdat de liefde voor onze kerk voortkomt uit hartelijke verbondenheid aan de boodschap die wordt gehoord.”

Gescheurde kerk
Het symposium werd geopend door ds. J. J. van Eckeveld, preses van de lopende generale synode. Naar aanleiding van Psalm 74 sprak hij over de verwoesting van Jeruzalem. „Bij dit jubileum is er geen reden tot triomfalisme. Hebben we gewaakt zoals we moesten waken? De kerk is een gescheurde kerk. Er is verwondering om wat God heeft willen doen, er is ook beschaamdheid om wie wij geweest zijn.”

De Gereformeerde Gemeenten zijn, volgens ds. Van Eckeveld, een deeltje van de zichtbare kerk. „Maar ook al zouden de Gereformeerde Gemeenten verdwijnen, Christus houdt Zijn Kerk in stand.”

Tijdens een forum, dat geleid werd door J. H. Mauritz, werden onder meer vragen gesteld bij een stelling van ds. Moerkerken: „Met het ”weren van de kandelaar bedoelt Gods Woord het verdwijnen van Gods kinderen.” Hoe dat bedoeld was. Ds. Moerkerken: „Vaak wordt gedacht dat het Woord verdwijnt als de kandelaar geweerd wordt. Maar in het Bijbelboek Openbaring worden met de kandelaar de zeven gemeenten genoemd, dus de gemeente in de diepe zin van het woord, de bruid van Christus. Dan kan er nog kerk worden gehouden, er wordt nog gepreekt en gecatechiseerd. Het kerkelijk leven gaat gewoon door, maar de kandelaar is weg. Dan is er geen most meer in de druiventros.”

Iemand wilde weten of het niet de roeping van de kerk is om te proberen geslagen breuken te herstellen. Ds. Golverdingen wees op de commissie kerkelijke eenheid en verscheidenheid, die de laatste jaren gesprekken voert met andere kerken. „Wij kunnen elkaar niet ontmoeten zonder in gesprek te gaan. Dat proberen we te doen. Daarvan moeten we geen wonderen verwachten, maar dit is wel onze dure roeping.”

Kerkscheuringen zijn niet altíjd alleen mensenwerk, zei ds. Moerkerken op een vraag. „Er is in iedere kerkscheuring wel iets menselijks, maar dat betekent anderzijds nog niet dat kerkelijk samengaan altijd vrucht van Gods Geest is. Er zou altijd droefheid moeten zijn over de verbreking van Jozef. Wie echter uiting geeft aan zijn droefheid over de kerkelijke gescheidenheid binnen de gereformeerde gezindte, is niet integer als hij tegelijk blijk geeft van zijn afkeer van de bevindelijk gereformeerde prediking.”

Jongeren in de gereformeerde gezindte gaan vaak op een positieve manier interkerkelijk met elkaar om. Hoe moeten we dat zien, vroeg forumleider Mauritz. Ds. Moerkerken: „Comrie zei: Zíj zijn mijn vrienden die in de bevindelijke doorleving van de drie stukken één zijn. Laten we goede interkerkelijke contacten waarderen. Maar ik hoop ook dat jongelui beseffen hoeveel ze te danken hebben aan de kerk waarin de Heere hun een plaats heeft gegeven. Het eten zal bij de buren ook wel eens lekker zijn, maar eten doe je toch het liefst thuis.”

 

www.tomsschaakboeken.nl