Wethouder
Lagendijk ontvangt rapportage kunstgras meer schaak- en ander nieuws op www.tomsschaakboeken.nl
|
|
persbericht De
voetbalclubs in Dordrecht hebben in samenwerking met de Sportraad en de KNVB
een rapportage over kunstgras gemaakt. Met dit rapport legden zij vandaag een
eensluidend advies neer over de gefaseerde aanleg van kunstgrasvelden ter vervanging
van de huidige trainingsvelden. Wethouder Jan Lagendijk (Sport) nam het
rapport op locatie bij voetbalvereniging RCD in ontvangst. Op
initiatief van de Sportraad werd eind 2007 een
werkgroep voetbalkunstgras in het leven geroepen. De werkgroep bestaat uit
vertegenwoordigers van voetbalverenigingen, de KNVB en de Sportraad en wordt
ambtelijk ondersteund door het Sportbedrijf Dordrecht. De werkgroep
concludeert in haar rapportage dat met name de oude
zand- en graveltrainingsvelden hoognodig aan vervanging toe zijn, omdat zij
aan het einde van de technische levensduur zijn. Daarnaast hebben enkele
clubs de behoefte om uit te breiden en bieden de huidige faciliteiten daar
niet de mogelijkheden voor. Omdat op kunstgras onbeperkt gevoetbald kan
worden bij alle weersomstandigheden, lost vervanging van de
zandtrainingsvelden dus ook deels de capaciteitsproblemen op. Voorts bieden
kunstgrasvelden veel meer mogelijkheden voor andersoortig gebruik. Gefaseerde
aanpak Vice-voorzitter van de Sportraad en initiator van de werkgroep,
Arjan Driesprong, vindt dat er een goed rapport met onderliggende businesscase
ligt: “Als dit rapport door de politiek serieus wordt opgepakt, kan Dordrecht
de grote achterstand op het gebied van voetbalkunstgras langzamerhand
inlopen. Het is toch wel apart dat bijvoorbeeld
Rotterdam tientallen velden per jaar aanlegt en in Dordrecht zelfs een betaald voetbalorganisatie veroordeeld is tot het
regelmatig trainen in een zandbak Verder is het te prijzen dat de
voetbalclubs volgens mij niet overvragen; ze beseffen dat niet alles in één
keer kan, ontwikkelen ideeën voor multifunctioneel gebruik van de velden en
zijn bereid een jaarlijkse huur te betalen die het drievoudige is van een
gewoon grasveld. In mijn waarneming is, na jaren oeverloos praten en
standpunten innemen over de noodzaak van kunstgras, voor het eerst echt sprake
van een vruchtbare samenwerking.” |
|