Pieter
Sandijck Ron Melger D32 schaak- en
ander nieuws op www.tomsschaakboeken.nl |
||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||
Diagram
1 Stelling na 9. a3 Wit wil na een volgend d4xc5, Lxc5
met b2-b4 een tempo pakken en ruimte winnen wat zo typisch is voor dit soort
(Tarrasch)opstellingen. Het bezwaar van a2-a3 is dat zwart nu gelegenheid
heeft of de c-pion op d4 te ruilen of wat in de partij gebeurt, de c-pion te
dekken. De Tarrasch is zo'n evenwichtige opening met kleine subtiliteiten
waarmee generaties door Tarrasch en Euwe zijn opgevoed. Maar Sliedrecht heeft nu de generatie
Mijnster. Bij Niels zal de partijstelling niet op het bord komen. Bij hem
slaat de vlam zo gauw mogelijk in de pan, desnoods ten koste van wat
materiaal of enig nadeel, als er maar verwikkelingen komen. Om het verschil
met de opvatting in de hier aan de orde zijnde partij te laten zien bespreken
we binnenkort ook de partij Pieter Sandijck tegen Niels Mijnster uit de
laatste ronde van het OKD. Enkele toepassingen: 1)
9. Te1 Te8 10. a4 Lf8 11. b3 Pe4 12. Lb2 cxd4 13. Pxd4 Lb4 14. Tc1 Da5 15.
Dc2 Pxd4 16. exd4 Lf5 ½-½ Brink, R-Dekker, T., Haarlem 1999. Is
dit onze "eigen" Theo Dekker?; 2)
9. dxc5 Dit is het meest gespeeld, o.a. door Steinitz, Korchnoi en Botwinnik,
niet de minsten. 9. ... Lxc5 10. a3 a5 Zwart
verhindert b2-b4. 11. Pb5 De7 12. b3 Td8 13. Lb2 Pe4
14. Pfd4 ½-½ na 72 zetten, Botwinnik, M-
Gligoric, S, Hamburg 1965.
Diagram 2 Stelling na 11. La6 Een aardige zet waarmee wit wat
lichte stukken ruilt, maar hij is wel z'n mooie loper kwijt. Alternatieven
zijn er genoeg. 11. Lf3 (of 11. Da4) 11.
a6 12. b3 Dd6 13. Lb2 Tfe8 14. Pa4 Maslak Saivisevic, Serviλ en
Montenegro, 2005.
Diagram 3 Stelling na 16. Dd7 Alles verantwoord en nuttig. 17. Pe2 Te8 Een prima zet waarmee zwart enige
druk op de witte stelling legt. 18. Tc1 c4 18. ... Lxe2 19. Txe2 en dan pas 19.
... c4, is goed te spelen. 19. Pc3 Lb7 20. De2 Diagram 4 Stelling na 20. De2 In deze stellingen is e3-e4 vaak een
cruciale zet. Maar even zo vaak is pion d4 ongedekt na slaan op e4. 20. ... b5 21. Df2 Dekt d4, maar wit heeft wellicht heel
iets anders op het oog.
Diagram 5 Stelling na
22.
a5 23. Df1 Voorziet wit al dat de dame op de
a-lijn nuttig werk kan doen?
26. Pe2 c3! 26. ... b3 Diagram 6 Stelling na 26.
b3 26. ... c3? 27. Pxb4 27. Pc3 De spelers hebben heel goed gespeeld;
de stelling is in evenwicht. 27. ... Txa1 Zwart had ook kunnen wachten tot wit
afruilt. 27. ... De6 of 27. ... h6.
Diagram 7 Stelling na 29.
Lxa8 Nieuwe fase. Wit heeft een bescheiden
initiatief, zwart moet zorgvuldig verdedigen. 30. ... h6 31. Da4 Lb7 32. Kf2 Pd7 Diagram 8 Stelling na 32.
Pd7 32. ... Dxa4 33. Pxa4 Een belangrijk moment. Ruilt wit de
dames of speelt hij bv. Da5. 33. Dxc6! 33. Da5 Db6 (33. ... Dd6 34. Dd8+ Kh7 35. h4 Wit heeft het
initiatief.) 34. Dxb6 Pxb6 35. e4! Komt vrijwel op hetzelfde neer. 33. ... Lxc6 Diagram 9 Stelling na 33.
Lxc6 Een eindspel met ongelijke lopers
plus een stel paarden en dat is niet onbelangrijk. Het witte paard staat
voortreffelijk en heeft de velden e4 en d5 scherp in het vizier. De deelname
van de koningen is een kwestie van een paar zetten. Wit speelt de thematische
zet 34. e4! dxe4? Dit is verkeerd. Zwart meent
misschien dat hiermee zijn loper wordt geacti-veerd, maar het opgeven van
veld d5 geeft wit vrije doortocht. Noodzakelijk is 34. ... Pf6! 35. Ke3 (35. e5 Pd7
36. f4 Pb6) 35. ... g5 36. e5 Pe8 37. f4 Pg7 Het
is remise. 35. fxe4 Pb6? Diagram
10 Stelling na 35.
Pb6 35. ... f5! 36. d5 (36.Ke3 Is
alleen verwisseling van zetten.) 36. ... Lb7 Is iets beter.
Diagram 11 Stelling na 40. Kxc4 Op deze manier wint wit niet alleen
de -e-pion maar ook nog de c-pion. Het is wel de vraag of wit zo kan winnen.
Hier wreekt zich de aanwezigheid van de ongelijke loper. 36. d5 Ld7 37. Ke3 f6 Diagram
12 Stelling na 37.
f6 37. ... Pa4! 38. Pxa4 Lxa4 39. Kd4
Kf8 Wanneer wit nu op c4 slaat en daarna pion
b3, kan zwart zich enigszins schadeloos stellen: 40. Kxc4 f6 41. Kb4 Le8! 42. Kxb3 Lg6 43. e5 fxe5 44. Kc4 Le4 45. g3 Lg2 Diagram 13 analyse Stelling na 45.
Lg2 * analyse De zwarte koning vormt met de
eigenwijze zwarte loper een obstakel waarvan nog maar moet blijken of wit er
doorheen kan komen. 38. Kd4 Lg4? 38. ... Pa4 Een wonderlijk eindspel.
We hebben net gezien dat afruil van de paarden op a4 niet ongunstig voor zwart
hoeft te zijn. De witte K staat hier al op d4 en dat zou dus prettig voor wit
moeten zijn. Maar zwart lijkt nog steeds kansen op remise te hebben. Met 39. Pd1 kan wit afruil ontwijken
en dat heeft ook z'n voordelen. 39. ... Lg4 40. Pe3 Le2 41. Pxc4 Kf7 42. Lc3 Ke7 43. Lb4+ Ke8 44. La3 De indruk is dat wit met de paarden
op het bord beter af is. 39. Kc5! Diagram 14 Stelling na 39. Kc5 Winnend.
Diagram 15 Stelling na 41.
f5 44. Kc2 44. Kb4! Pd3+ 45. Kb5 Pxb2 46. Kc6
Le8+ 47. Kc7 Pc4 48. Lf4 Wint wat sneller.
Diagram 16 Stelling na 45.
Ke7 Zwart zet zich hiermee klem. De
zwarte K kan alleen bewegen met stukverlies. Wit hoeft hier geen gebruik van
te maken, slaan is ook goed. 47. Lxe5+ Kxe5 48. b4 Lxd5 1-0 |
||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||
|
||||||||||||||||||
|