Koos Abee – Jan Sluiter                             A40
OKD 5de ronde, 18.06.2009    C21
tvb/Rybka 22.06.09

 

LIVE

PGN


meer schaak- en ander nieuws op
www.tomsschaakboeken.nl

 

 

 

De tovenaar en zijn leerlingen *) **)

1. d4 e6 2. e3 f5 3. c4 Pf6
4. Pc3 Lb4 5. Ld2 0-0 6. a3 Lxc3
7. Lxc3 Pe4 8.
Dc2 b6
Een rustige variant van het Hollands. Heeft wit met opzet f3 gespeeld om het schaak op h4 uit te lokken of was hij van plan een mooi centrum op te gaan bouwen?

 

9. f3  Dh4+

Zwart wil actie.

 

10. g3 Pxg3!?

 

Diagram 1a

 

Diagram 1b

Wit: Koos Abee

Zwart: Jan Sluiter

Wit: Boris Spassky

Zwart: David Bronstein

 

 

 

Stelling na 10. … Pxg3!?

 

 

Stelling na 10. … Pxg3 !!!

 

 

In het Kandidatentoernooi 1956, speelde de tovenaar (tovenaarsleerling volgens Fürstenberg *)) dit in een soortgelijke, maar principieel andere stelling, in een Koningsindiër tegen Spassky. (zie diagram 1b) Het creatieve kunststuk bleek niet opgewassen tegen Boris' nuchtere aanpak.

In het prachtige "The Sorcerer's Apprentice", Bronstein & Fürstenberg, Cadogan, 2de druk 1996, staat een citaat uit Euwe's toernooiboek (we kiezen voor de Engelse tekst):

 

“10. ... Nxg3!!! An extremely deep and highly original conception whereby Black sacrifices his queen for the pair of bishops and a couple of pawns! A most enterprising combination. Everybody knows that the queen is much stronger than two bishops in the endgame.' It is very difficult to judge the correctness of this sacrifice but one thing is certain: If the there is a player in the world who could make such a

conception work, it can only be Bronstein! It is a pity that he failed; maybe he was not in form that day!" ***)

 

Jan Sluiter toont zich een waardige leerling van deze tovenaar, ook al is van een dameoffer geen sprake.

 

11. Df2 f4!

 Diagram 2

Stelling na 11. … f4!
 

In deze partij de rechtvaardiging van Pxg3. Hier blijkt ook het verschil met Bronstein's kunstwerk. De tovenaar sloeg de loper op f1, offerde daarmee zijn dame, en sloeg vervolgens de L op e3.

 

12. hxg3!?

Wit staat voor een dilemma. Hij kan de pion terugwinnen met

12. Ph3 Pf5 Enige zet. 13. Pxf4.

Pion f3 maakt geen sterke indruk.

13. e4?! Hiermee krijgt wit het mooie centrum.

13. ... Dxf2+ 14. Kxf2 Pe7 15. Tg1

De meer-ruimte en het loperpaar wegen wel op tegen een pion. Na e4-e5 kan wit nog pion f4 op de korrel nemen.

Het slaan op g3 krijgt een uitroepteken voor de onverschrokken houding van wit en de bereidheid van wit een kwaliteit in deze ongewisse zaak te beleggen. Ook deze “leerling” kan toveren maar of déze proef ook lukt?

 

12. ... Dxh1 13. gxf4

Zwart nam de tijd om deze stelling goed te beoordelen. Hij trekt de D terug om te voorkomen dat zij in het gedrang komt.

 

13. ... Dh5 14. 0-0-0 Lb7

Ineens 14. ... d5 kan goed.

 

15. Lg2

Weifelend; de L kan ook direct naar h3.

 

15. ... d5 16. Lh3 Tf6 17. Lg4 De8

18. Pe2 Pd7 19. cxd5 exd5

Diagram 3

Stelling na 19. … exd5
 

Wit kan niet tevreden zijn met zijn ontwikkeling. De e- en f-pionnen zijn kwetsbaar. Veld e4 is goed door zwart afgedekt

19. ... Lxd5 20. e4 Lb3 21. Tg1 h5 22. Lh3 Tg6 23. Te1

Met vrijwel gelijk spel.

 

20. Pg3 a5 21. Th1 b5!

Zwart ziet heel goed in dat er kansen liggen tegen de witte K.

Diagram 4

Stelling na 21. … b5
 

22. Lf5

Wit speelt zijn loper met tempowinst om naar b1. De loper is aanvallend én verdedigend op de damevleugel goed geplaatst.

Wit heeft een damezet die misschien iets sterker is:

22. Dc2! g6 23. Kb1 b4 24 .axb4 axb4 Met allerlei zwarte dreigingen. 25. Lxb4 Dxe3? 26.Ld2. (26. Lxd7?, La6! 27. f5 Dxf3)

Een aardig vervolg is

1) 26. ... Tfa6 27.Dxg6+ hxg6 28.Lxe3 Ta1+ 29.Kc2 Txh1 30.Pxh1 Pb6 Zwart heeft hier nog een hele kluif aan

Beter doet zwart het met

2) 26. ... De8 27. Te1 Df7 28. b3 h5

Zwart staat heel goed.

 

22. ... Pf8 23. Lb1 Dc6 24. Kd2

24. Dc2 g6 25. Tg1 De8 Dreigt Dxe3+ en torenwinst.

 

24. ... Lc8 25. f5

Diagram

Stelling na 25. f5
 

Het is volkomen begrijpelijk dat wit van zich af wil bijten. Hij grijpt zijn kans: de lopers staan in de startblokken.

 

25. ... Dd6

Wit heeft succes want zwart laat het een beetje liggen.

25. ... Db6!

Dreigt 26. ... b5-b4 dus is wit wel gedwongen 26.b4 te spelen. Daarop volgt:

26. ... axb4 27. Lxb4 Txa3 28 .Lxa3 Da5+

29. Kd1 Dxa3 30. Da2 Db4! 31. Dxd5+? Le6!

32. fxe6 Dxb1+ 33. Kd2 Db2+ 34. Kd3 Txe6

35. Pe4 c6 36. Dc5

Zwart heeft behoorlijke winstkansen.

 

26. b4

26. e4!

1) 26. ... Th6  27.e5 Db6 28.Txh6 Dxh6+ 29. f4.

2) 26. ... Tf7 27. e5 De7 28. e6 Lxe6 29. fxe6 Dxe6 30.Ld3

In beide varianten heeft wit behoorlijk spel.

 

26. ... a4

Legt de pionnen vast wat wit de ruimte geeft e4 te spelen.

26. ... Pd7 Heeft meer effect.

 

27. Tg1

27. e4 Is een troef in het naderbij brengen van de remise.

 

27. ... Th6

De stelling is gelijk maar er moet nauwkeurig gespeeld worden.

 

28. f4

28. e4 Weer de beste kans.

 

28. ... Df6 29. e4! Th4 30. La2!

30. e5 Dh6 31. Pe2 c6

Het zal er om hangen of wits pionnen de zwarte stukken kunnen weerstaan.

 

30. ... Lb7

Diagram

Stelling na 30. … Lb7
 

31.Tg2?

Te mat. Wit moet doortastend optreden.

31. exd5!!

Dit lijkt een verzwakking maar het is wel de manier waarop de witte lopers worden bevrijd. Drie antwoorden van zwart:

 

1) 31. ... Pd7! Het beste voor zwart.

32. d6+ Kf8 33. d5 Dh6 34. Ph5 Dxh5

35. Lxg7+ Kf7 36. dxc7 Th2 37.Tg2 Txg2 38.Dxg2 Ke7 39.d6+ Kxd6 40. Dxb7 Dh2+ Zwart moet in remise berusten. Interessant, dan nemen we de lengte van de variant maar voor lief.

2) 31. ... Dh6? 32.d6+ Kh8 33.f6 Dxf6 34.Ph5! Txh5 35.d5

Wit gaat winnen

3) 31. ... Kh8 32. d6 Dxd6 33. d5 Txf4 34. Lxg7+ Kg8 35. De3 Wit wint.

 

 

31. ... Dh6!

Uitstekend. Zwart heeft nu het lot in eigen hand.

 

32. Pe2

32. exd5 Voor het slaan op d5 is nu geen tijd meer

32. ... Txf4.

 

32. ... c6

Maakt slaan op d5 helemaal onmogelijk, maar sterker is:

32. ... Pd7! 33. e5 Kh8 34. De3 Tf8 Wit redt het niet meer.

35. e6

(35.f6 gxf6 36.e6 Pb6! 37.e7 Te8 Zwart heeft de buit binnen.)

35. ... Th3 36. Tg3 Txg3 37. Pxg3 Dh2+ 38. Pe2 Pf6

Zwart staat prima.

 

33. e5! Lc8 34. Lb1 Ta7

Diagram

Stelling na 34. … Ta7
 

35. Ke3?

De witte koning begeeft zich in een wespennest. Een laatste kans was er om te proberen het vege lijf te redden:

35. e6! Pxe6

Het gekke is, dat, anders dan straks in de partij, het slaan met het paard beter is dan met de loper.

36. fxe6 Lxe6 37. Kc1 Tf7 38. Ld2 Th1+

39. Kb2 Lh3 40. Tg3 Lf5 41. Lxf5 Txf5

Zwart staat beter maar (nog) niet gewonnen. In elk geval doet wit het hier veel beter dan in de partij.

 

35. ... Tf7 36. e6

36. f6 Helpt ook niet.

36. ... Lg4 37. Le1 Th3+ 38. Kd2 Lxe2 39. Kxe2 Pg6 enz.

 

36. ... Lxe6 37.fxe6 Pxe6

38. Le1 Pxf4 39. Pxf4 Thxf4

0-1

 

*) Wanneer een schaker “de tovenaar” hoort, denkt hij aan Mischa Tal, de tovenaar van Riga. Maar om Bronstein dan maar tovenaarsleerling te noemen, lijkt me onjuist. David Bronstein is net zo’n tovenaar als Tal en wij willen wat graag zijn leerlingen genoemd worden.

 

**) Bovenstaande noot verdient een correctie. Nota bene in het voorwoord van The Sorcerer’s Apprentice op blz.13 “schrijft Fürstenberg een verantwoording van de titel:

 

“”Why the title The Sorcerer’s Apprentice? Play through the games, study them, and then play

Through them again until you begin to understandwhat you have seen. The you will know that a Sorcerer has been at work and you have been his Apprentice! “”

 

En dat is precies wat ik met de titel boven deze partij “De tovenaar en zijn leerlingen” heb bedoeld.

Excuses voor de voorbarige en onjuiste conclusie die ik uit de titel van het genoemde boek heb getrokken.

 

***) Koos Abee vertelde me dat David Bronstein een neef was van David

Ionovich Bronstein, beter bekend als Leon Trotsky, de bekende Soviet revolutionair, commissaris van buitenlandse zaken en van het Rode Leger, die later in ongenade viel en in 1940 in Mexico werd vermoord.  

 

 

Tom van Bokhoven. 27 juni 2009

 

 

 

 

 

www.tomsschaakboeken.nl