Koos Abee – Jan Sluiter A40
|
||||||||
|
||||||||
De
tovenaar en zijn leerlingen *) **) 1. d4 e6 2. e3 f5 3. c4 Pf6
9. f3 Dh4+ Zwart wil
actie. 10. g3
Pxg3!?
In het Kandidatentoernooi 1956,
speelde de tovenaar (tovenaarsleerling volgens Fürstenberg
*)) dit in een soortgelijke, maar
principieel andere stelling, in een Koningsindiër
tegen Spassky. (zie diagram 1b) Het creatieve
kunststuk bleek niet opgewassen tegen Boris' nuchtere aanpak. In het prachtige "The Sorcerer's Apprentice", Bronstein & Fürstenberg, Cadogan, 2de druk 1996, staat
een citaat uit Euwe's toernooiboek (we kiezen voor
de Engelse tekst): “10.
... Nxg3!!! An extremely deep and highly original conception whereby Black sacrifices
his queen for the pair of bishops and a couple of pawns! A most enterprising
combination. Everybody knows that the queen is much stronger than two bishops
in the endgame.' It is very difficult to judge the correctness of this
sacrifice but one thing is certain: If the there is a player in the world who
could make such a conception work, it can
only be Bronstein! It is a pity that he failed; maybe he was not in form that
day!" ***) Jan Sluiter toont zich een waardige
leerling van deze tovenaar, ook al is van een dameoffer geen sprake. 11. Df2 f4! Diagram 2
Stelling na 11. … f4!
In deze partij de rechtvaardiging van
Pxg3. Hier blijkt ook het verschil met Bronstein's
kunstwerk. De tovenaar sloeg de loper op f1, offerde daarmee zijn dame, en
sloeg vervolgens de L op e3. 12. hxg3!? Wit staat voor een dilemma. Hij kan
de pion terugwinnen met 12. Ph3 Pf5 Enige zet. 13. Pxf4. Pion f3 maakt geen sterke indruk. 13. e4?! Hiermee krijgt wit het mooie centrum. 13. ...
Dxf2+ 14. Kxf2 Pe7 15. Tg1 De meer-ruimte
en het loperpaar wegen wel op tegen een pion. Na e4-e5 kan wit nog pion f4 op
de korrel nemen. Het slaan op g3 krijgt een
uitroepteken voor de onverschrokken houding van wit en de bereidheid van wit
een kwaliteit in deze ongewisse zaak te beleggen.
Ook deze “leerling” kan toveren maar of déze proef ook lukt? 12. ... Dxh1 13. gxf4 Zwart nam de tijd om deze stelling
goed te beoordelen. Hij trekt de D terug om te voorkomen dat zij in het
gedrang komt. 13. ... Dh5 14. 0-0-0 Lb7 Ineens 14. ... d5 kan goed. 15. Lg2 Weifelend; de L kan ook direct naar
h3. 15. ... d5 16. Lh3 Tf6 17. Lg4 De8 18. Pe2 Pd7 19. cxd5 exd5 Diagram 3
Stelling na 19. … exd5
Wit kan niet tevreden zijn met zijn
ontwikkeling. De e- en f-pionnen zijn kwetsbaar.
Veld e4 is goed door zwart afgedekt 19. ... Lxd5 20. e4 Lb3 21. Tg1 h5
22. Lh3 Tg6 23. Te1 Met vrijwel gelijk spel. 20. Pg3 a5 21. Th1 b5! Zwart ziet
heel goed in dat er kansen liggen tegen de witte K. Diagram
4
Stelling na 21. … b5
22. Lf5 Wit speelt zijn loper met tempowinst
om naar b1. De loper is aanvallend én verdedigend op de damevleugel goed
geplaatst. Wit heeft een damezet die misschien
iets sterker is: 22. Dc2! g6 23. Kb1 b4 24 .axb4 axb4 Met allerlei zwarte dreigingen. 25. Lxb4 Dxe3?
26.Ld2. (26. Lxd7?, La6! 27. f5 Dxf3) Een aardig vervolg is 1) 26.
... Tfa6 27.Dxg6+ hxg6 28.Lxe3 Ta1+ 29.Kc2 Txh1 30.Pxh1 Pb6 Zwart heeft hier
nog een hele kluif aan Beter doet zwart het met 2) 26. ... De8 27. Te1 Df7 28. b3 h5 Zwart staat heel goed. 22. ... Pf8 23. Lb1 Dc6 24. Kd2 24.
Dc2 g6 25. Tg1 De8
Dreigt Dxe3+ en torenwinst. 24. ... Lc8 25. f5 Diagram
Stelling na 25. f5
Het is volkomen begrijpelijk dat wit
van zich af wil bijten. Hij grijpt zijn kans: de lopers staan in de startblokken. 25. ... Dd6 Wit heeft succes want zwart laat het
een beetje liggen. 25. ... Db6! Dreigt 26. ... b5-b4 dus is wit wel
gedwongen 26.b4 te spelen. Daarop volgt: 26. ... axb4 27. Lxb4 Txa3 28 .Lxa3
Da5+ 29. Kd1 Dxa3 30. Da2 Db4! 31. Dxd5+?
Le6! 32. fxe6 Dxb1+ 33. Kd2 Db2+ 34. Kd3
Txe6 35. Pe4 c6 36. Dc5 Zwart heeft behoorlijke winstkansen. 26.
b4 26.
e4! 1) 26. ... Th6 27.e5
Db6 28.Txh6 Dxh6+ 29. f4. 2) 26. ... Tf7 27. e5 De7 28. e6 Lxe6 29.
fxe6 Dxe6 30.Ld3 In beide
varianten heeft wit behoorlijk spel. 26. ... a4 Legt de pionnen vast wat wit de
ruimte geeft e4 te spelen. 26. ... Pd7 Heeft meer effect. 27. Tg1 27. e4 Is een troef in het naderbij
brengen van de remise. 27. ... Th6 De stelling is gelijk maar er moet nauwkeurig
gespeeld worden. 28. f4 28. e4 Weer de beste kans. 28. ... Df6 29. e4! Th4 30. La2! 30.
e5 Dh6 31. Pe2 c6 Het zal er om hangen of wits pionnen
de zwarte stukken kunnen weerstaan. 30. ... Lb7 Diagram
Stelling na 30. … Lb7
31.Tg2? Te mat. Wit moet doortastend
optreden. 31. exd5!! Dit lijkt een verzwakking maar het is
wel de manier waarop de witte lopers worden bevrijd. Drie antwoorden van
zwart: 1) 31.
... Pd7! Het beste voor zwart. 32. d6+ Kf8 33. d5 Dh6 34. Ph5 Dxh5 35. Lxg7+ Kf7 36. dxc7 Th2 37.Tg2
Txg2 38.Dxg2 Ke7 39.d6+ Kxd6 40. Dxb7 Dh2+ Zwart moet in remise berusten.
Interessant, dan nemen we de lengte van de variant maar voor lief. 2) 31. ... Dh6? 32.d6+ Kh8 33.f6 Dxf6 34.Ph5!
Txh5 35.d5 Wit gaat winnen 3) 31. ... Kh8 32. d6 Dxd6 33. d5 Txf4 34. Lxg7+ Kg8 35. De3 Wit wint. 31. ... Dh6! Uitstekend. Zwart heeft nu het lot in
eigen hand. 32. Pe2 32. exd5 Voor het slaan op d5 is nu
geen tijd meer 32. ... Txf4. 32. ... c6 Maakt slaan op d5 helemaal onmogelijk,
maar sterker is: 32. ... Pd7! 33. e5 Kh8 34. De3 Tf8
Wit redt het niet meer. 35. e6 (35.f6 gxf6 36.e6 Pb6! 37.e7 Te8 Zwart heeft de buit
binnen.) 35. ... Th3 36. Tg3 Txg3 37. Pxg3 Dh2+ 38. Pe2 Pf6 Zwart staat prima. 33. e5! Lc8 34. Lb1 Ta7 Diagram
Stelling na 34. … Ta7
35. Ke3? De witte koning begeeft zich in een
wespennest. Een laatste kans was er om te proberen het vege lijf te redden: 35. e6! Pxe6 Het gekke
is, dat, anders dan straks in de partij, het slaan met het paard beter is dan
met de loper. 36.
fxe6 Lxe6 37. Kc1 Tf7 38. Ld2 Th1+ 39.
Kb2 Lh3 40. Tg3 Lf5 41. Lxf5 Txf5 Zwart staat beter maar (nog) niet
gewonnen. In elk geval doet wit het hier veel beter dan in de partij. 35. ... Tf7 36. e6 36. f6 Helpt ook niet. 36. ... Lg4 37. Le1 Th3+ 38. Kd2 Lxe2 39. Kxe2 Pg6 enz. 36. ... Lxe6 37.fxe6 Pxe6 38.
Le1 Pxf4 39. Pxf4
Thxf4 0-1 |
||||||||
*) Wanneer
een schaker “de tovenaar” hoort, denkt hij aan Mischa Tal, de tovenaar van
Riga. Maar om Bronstein dan maar tovenaarsleerling te noemen, lijkt me onjuist.
David Bronstein is net zo’n
tovenaar als Tal en wij willen wat graag zijn leerlingen genoemd worden. **) Bovenstaande noot verdient een correctie. Nota bene in het
voorwoord van The Sorcerer’s
Apprentice op blz.13 “schrijft Fürstenberg een verantwoording van de titel: “”Why the title The
Sorcerer’s Apprentice? Play through the games, study them, and then play Through them again until you begin to understandwhat you have seen. The you
will know that a Sorcerer has been
at work and you have been his Apprentice!
“” En dat is precies wat ik met de titel
boven deze partij “De tovenaar en zijn leerlingen” heb bedoeld. Excuses voor de voorbarige en
onjuiste conclusie die ik uit de titel van het genoemde boek heb getrokken. ***) Koos Abee vertelde me dat David Bronstein een neef was van David Ionovich Bronstein,
beter bekend als Leon Trotsky, de bekende Soviet revolutionair, commissaris van buitenlandse zaken
en van het Rode Leger, die later in ongenade viel en in 1940 in Mexico werd
vermoord. Tom van Bokhoven. 27 juni 2009 |
||||||||
www.tomsschaakboeken.nl |